Samenvatting inhoud brief
Directeur-generaal George Hendirk Trotz stuurt een op 7 september 1780 gedateerde brief uit Rio Essequebo aan de Kamer Zeeland van de WIC in Middelburg met de volgende bijlagen:
-een ladingmanifest van 11 sepember 1780 van schipper Christiaan Heijde betreffende een lading suiker en katoen afkomstig van de plantage Zeelugt
-een ladingbrief van het schip de Jonge Juffrouw Rebecca betreffende een lading bestaande uit suiker, koffie en katoen plus twee zakken met brieven
-een lijst van 26 september 1780 van 41 brieven met vermelding van de geadresseerden.
Overige context informatie
Het bijzonder aan deze brief aan de Bewindhebbers is dat het een lijst van 41 brieven bevat die verstuurd zijn met het schip van Heijde.
Bekend is dat vrijwel gelijktijdig een postzak was verstuurd met daarin vermelding van de ondertrouw op 26 oktober 1780 van Dirk Hendrik Maccaré met Laurentie van Bercheijck. Maccaré was toen 24 en Bercheick was 17 jaar of jonger. Hun zending van 35 aankondigingen komt evenwel niet overeen met de lijst in de brief aan de Bewindhebbers ook al bevat deze enkele dezelfde namen. Mogelijk maakte Trotz deze vermelding zodat de directie er goed zicht op had met wie er zoal werd gecorrespondeerd vanuit Essequebo en vooral welke personen met het oog op mogelijke smokkelhandel in het oog gehouden moesten worden. De meest voor de hand liggende verklaring is evenwel dat de Bewindhebbers er zicht op hebben te kunnen controleren wat er verstuurd werd en of dit ook daadwerkelijk aankwam zodat zij de families konden informeren.
Abraham Briex
Briex vertrok in de hoedanigheid van assistent van Essequebo op 17 juli 1773 op het schip d’Eensgezintheid uit Vlissingen.[2] In 1780 was hij eerste klerk en mede-ondertekenaar van de ladingdocumenten.
Kapitein Christiaan Heijde
Heijde wordt, met de scheepsnaam de Juffrouw Rebecca, vermeld in Aristodemus (Pseud.).[3]
George Hendrik Trotz
Trotz was planter; lid Raad van Justitie in Essequebo; directeur-generaal van de beide rivieren (Essequebo en Demerary) van 1 juli 1772 – maart 1781.[4]
Essequebo tijdens de Vierde Engelse Oorlog
Literatuur
*A. Wisse, 'De overgave van Demerary en Essequibo in 1781', in: Historia. Maandschrift voor geschiedenis en kunstgeschiedenis 8 (1942) 191-192.
*Ruud Paesie, Sociëteit van Essequebo; op- en ondergang van een coöperatieve scheepvaartonderneming, 1771-1788 (Vlissingen, 2017).
*Ruud Paesie, ‘De 'Societeyt ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren': op- en ondergang van een Zeeuwse rederij’, in: Maurits Ebben, Henk den Heijer en Joost Schokkenbroek (red), Alle streken van het kompas. Maritieme geschiedenis in Nederland (Zutphen, 2010) 295-316.
*P.M. Netscher, Geschiedenis van de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice, van de vestiging der Nederlanders aldaar tot op onzen tijd ('s-Gravenhage, 1888).
Noten
[1] HCA 30 361 Maccare Essequebo verloving 19 oktober 1780
[2] P. Blom, ‘Van het Veerse Gat naar de Wilde Kust Adriaam Anthony Brown, een Veerenaar in Zuid-Amerika’, in: Nehalennia 79 (1990) 8.
[3] Aristodemus (pseud.), Brieven over het bestuur der coloniën Essequebo en Demerary, gewisseld tusschen de heeren Aristodemus en Sincerus, nevens bylagen, tot deeze briefwisseling, en eene voorreden van den Nederlandschen uitgeever deel 6 bijlage F (Amsterdam, 1787) 136.
[4] P.M. Netscher Geschiedenis van de koloniën Esseqebo, Demerary en Berbice, van de vestiging der Nederlanders aldaar tot op onzen tijd. (’s-Gravenhage, 1888) bijlage: Lijst der commandeurs en gouverneurs van Essequebo, Demerary en Berbice tot 1814, gerangschikt naar de jaren van opvolging blz. 139, 140, 144-146, 262, 328 en 330; Nationaal Archief, Brieven en papieren van Essequebo en Demerary, 1780 pp. 1259-60.
[5] A. Wisse, 'De overgave van Demerary en Essequibo in 1781', in: Historia 8 (1942) 191-192.
Deze contextinformatie komt uit de volgende brief:
*HCA 30 339 WIC Kamer Zeeland Middelburg 7-26 september 1780