Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Samenvatting inhoud brief:

SK A 439Veroverde Engelse schepen na de Vierdaagse Zeeslag De veroverde schepen 'Swiftsure', 'Seven Oaks', 'Loyal George' en 'Convertine' worden het Goereese Gat binnengebracht na de Vierdaagse Zeeslag, 11-14 juni 1666, olieverf op doek, Willem van de Velde de Jonge, 1666, Collectie Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-439 Maatje van Steenwinter schrijft op 20 april 1664 uit Middelburg aan haar man Lucas Janssen, bottelier op het schip Walcheren met bestemming Guinea.
Zij meldt dat oom Jan nog niet getrouwd is en vertelt over drie dieven, ook genoemd in de brief van Pieternelle Janssen aan Willem Janssen. Een van hen is opgehangen en de andere twee zijn na te zijn gegeseld en gebrandmerkt opgesloten in het rasphuis. Ook zijn een waard en zijn vrouw, eigenlijk een bijzit, gevangengezet; hun huisraad is in beslag genomen.
De briefschrijfster, die merkwaardig goed op de hoogte blijkt van wat er speelt in de beau monde van Den Haag, vertelt ook dat in die stad een voorname jonge vrouw is ontvoerd en naar de vrijstad Culemborg gebracht. In verband daarmee zijn soldaten naar die stad gestuurd. Met dat nieuws en groeten besluit zij haar brief.

Familie Jans(s)en
Voor informatie betreffende de familie Jansen zijn er aanknopingspunten in onderhavige brief,[1] en in twee andere brieven [2].  De familie Janssen bestaat uit moeder Pieternelle Janssen, een zoon Jan Janssen, getrouwd met Marie, een zoon Willem Janssen, hulpchirurgijn aan boord van het schip Walcheren, en Lucas Janssen, bottelier op de Walcheren, getrouwd met Maetie van Steenwinke. Thuis zijn er broers en (schoon)zusters, onder wie Marie, de vrouw van Jan, en Haelken.
Verder is er sprake van een neef Jan, een nicht Pieternelle en ene Jacomijnken, een tante Ariaenken en een zoon Aeryaen, stuurman op de Walcheren.
De naam van de kapitein van de Walcheren is Jacob Jansen; uit de brieven blijkt niet dat hij een familielid is. Pieternelle spreekt over hem als ‘de schipper’, was hij familielid geweest dan zou ze hem waarschijnlijk anders hebben aangeduid.
Op 24 december 1696 werd Pieternella Jansen begraven in de Bagijnhof van Middelburg. Ze was op dat moment woonachtig in de Verwerijstraat en moet halverwege de zeventig zijn geweest. Haar zoon Adriaan werd vermoedelijk op 2 maart 1700 begraven op het kerkhof. Hij woonde in de Lange Geere.[3] De namen van Jan en Willem Jansen komen in deze periode vaker voor in de stad, maar op 17 juli 1702 wordt een Willem Jansen eveneens begraven op de Bagijnhof van de stad. Hij woonde bij de Seispoort. Mogelijk is dit de zoon van Pieternelle geweest.[4]

Ontvoering van Catharina van Orliens

Culemborg1664Catharina van Orliens wordt door Johan Diederik de Martaigne ontvoerd naar Culemborg in 1664, Prent door Jan Luyken, 1698, Collectie Rijksmuseum Amsterdam.Deze Catharina van Orliens (1647-1680) was een dochter van Karel van Orliens (1607-1647), schepen van het Vrije van Sluis, en Helena Cats (overleden 1647) en daardoor een achternichtje van Jacob Cats. Zij werd al jong wees en bracht na het overlijden van haar ouders veel tijd in Den Haag door in het huis van haar tante aan de Kneuterdijk. In de salons van de Haagse beau monde was de jonge erfgename – ze zou drie ton waard zijn – een graag geziene gast, zeker bij de vrijgezelle jongemannen in die kringen. Uiteindelijk was een huwelijk gepland met Jan van Ruytenburg, heer van Vlaardingen. Naar het schijnt krap een week voor dit huwelijk werd de toen 17-jarige Catharina ontvoerd uit het huis van haar tante. De ‘geliefde’ was Johan Diederik de Mortagne, kamerheer van de Zweedse koning. Deze De Mortagne stond bekend als een vechtersbaas die in korte tijd de erfenis van zijn vader had weten te verbrassen en hoopte via deze schaking en een mogelijk huwelijk waarschijnlijk weer aan geld te komen. De Mortagne voerde Catharina naar Culemborg om daar een vrijgeleide te krijgen. Zij kregen van de graaf van Culemborg Hendrik Wolrad toestemming om in de stad te blijven. De Culemborgse graaf werd echter onder grote druk gezet om Catharina uit de handen van De Mortagne te redden en deze uit te leveren aan het Hof van Holland. De graaf verzette zich daartegen.
De Mortagne wist uit Culemborg te ontsnappen. De verloofde van Catharina wilde niets meer met haar te maken hebben. Zij keerde terug naar Sluis en trad daar in het huwelijk met Cornelis Pompe van Slingeland. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Catharina van Orliens stierf kort na de geboorte van haar vijfde kind op 33-jarige leeftijd. [5]

Noten
[1] TNA, HCA 30 inv.nr. 1049 Lucas Janssen bottelier op het schip Walcheren van Jacob Jansen 20 april 1664.
[2] TNA, HCA 30 inv.nr. 1049 Willem Jansen ondermeester op het schip Walcheren van Jacob Jansen 18 april 1664 en inv.nr. 226 BaB Adriaan Jansen schip Walcheren Guinea West-Afrika 18 april 1664.
[3] ZA, toegang 511, Rekenkamer D, inv.nrs. 59521, 59561.
[4] ZA, toegang 511, Rekenkamer D, inv.nr. 59581.
[5] Teunis Blom ‘De belegering van Culemborg in 1664’ in: Historische Vereniging Leerdam Verenigingsorgaan 38 112 (juni 2019)

Bij deze context horen de volgende brieven:
*HCA30-1049 Lucas Janssen bottelier op het schip Walcheren van Jacob Jansen 20 april 1664 

*HCA30-1049 Willem Jansen ondermeester op het schip Walcheren van Jacob Jansen 18 april 1664