Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief
Bordeaux RP-F-2001-7-1540-27De haven van Bordeaux, ca. 1840, prent door Friedrich Salathé, collectie Rijksmuseum Amsterdam, RP-F-2001-7-1540-27.Cornelis Beltenbotte schrijft op 29 januari 1666 vanuit Bordeaux een brief aan zijn tante Maaike Willems. Deze woont op de hoek van de Koudenhoek in Vlissingen. Een straat die nog steeds bestaat maar bijna geen authentieke bebouwing meer heeft. Destijds lag de straat ingeklemd tussen het droogdok (Dokje van Perry) en de Oostkerk. Het is onduidelijk aan welke zijde van de straat de woning van Willems was gesitueerd.
Beltenbotte meldt dat hij nog ‘kloek en gezond’ is, en zich in Bordeaux bevindt. Hij is verbaasd dat Maaike hem niet vaker geschreven heeft. Op de vele brieven die hij geschreven heeft ontving hij nog geen enkel antwoord. Hij zou graag meer schrijven, maar de tijd ontbreekt hem daartoe. Hij laat de groeten overbrengen aan Maeijken Blockts.

De Tweede Engelse Oorlog (1665-1667)
Strenge scheepvaartwetten van de Britten, die onder meer export van Britse goederen naar niet-Britse landen door buitenlanders verboden, lagen ten grondslag aan de oorlog tussen de Republiek en Groot-Brittannië. Ook constante conflicten in de koloniale gebieden vormden hiervoor de aanleiding. Zo veroverden de Britten in 1664 Curaçao en Nieuw-Amsterdam en werden door Robert Holmes Nederlandse forten op de Afrikaanse kust ingenomen. De Ruyter, die op strafexpeditie naar Afrika en West-Indië werd gestuurd, heroverde deze forten weer. Een door de Staten-Generaal in oorlog geïnitieerde actie die tegenwoordig nogal eens volstrekt buiten de context wordt uitgelegd als zou De Ruyter hiermee bewust de slavenhandel en slavernij in stand gehouden hebben.
De oorlog werd vooral ter zee uitgevochten. De Britten namen 522 Nederlandse koopvaardijschepen buit. Tijdens deze oorlog zat het de Britten niet mee. In 1665 brak de pest uit in Londen en op 12 september 1666 woedde een grote brand in de stad. De eerste zeeslag, die van 13 juni 1665 in de Slag bij Lowestoft werd nog gewonnen door de Britten, maar in de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) trokken de Nederlanders aan het kortste eind. De Tweedaagse Zeeslag (4 augustus 1666) was wederom een overwinning voor de Britten, waarna Terschelling in de as werd gelegd. Raadpensionaris Johan de Witt revancheerde zich met een plan om de thuisbasis van de Engelse vloot aan te vallen. Tussen 19 en 24 juni 1667 voer een vloot onder De Ruyter de Thames op en vernietigde bij Chatham drie kapitale en tien andere oorlogsschepen en nam het vlaggenschip HMS Royal Charles op sleeptouw als buit mee naar de Republiek. Op 31 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten tussen beide mogendheden.

Literatuur
*J.R. Bruijn, The Dutch Navy of the seventeenth- and eighteenth centuries (Columbia (South Carolina), 1993).
*Gijs Rommelse, The Second Anglo-Dutch War (1665-1667). Raison d’état, mercantilism and maritime strife (Hilversum, 2006).
*A. Doedens, Liek Mulder, Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).


Bij deze context horen de volgende brieven: