Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief
De schrijver, Lieven de Meij, schrijft op 15 januari 1672 uit Suriname aan zijn vrouw Fransientje Andriessen dat hij gezond is en hetzelfde van haar hoopt. Hij heeft vier brieven ontvangen en heeft daaruit begrepen dat Jacob Fret agressief tegen haar is opgetreden in verband met een schuld. Lieven zegt echter dat hij daarvan al lang uit eigen zak aan hem betaald heeft en vind het vreem dat hij kennelijk met dit bedrag nog niet tevreden is. Zij moet tegen Fret zeggen dat hij in deze zaak moet wachten totdat haar man thuiskomt. Want zo dreigt hij hem: ‘Soo sal ick hem wat anders leere.’ Hij kan Fret altijd nog betalen van de twee halve oxhoofden suiker die hij meeneemt. Hij vindt de plaats waar zij nu woont goed mits het een omgeving met goede mensen is, anders moet zij verhuizen. Hij lijkt hierbij te verwijzen naar Fret, die kennelijk de bovenbuurman van zijn vrouw is. Hij besluit met goede wensen aan haar, zusters en broeders en goede vrienden.

Lieven de Meij en Francijntje Andriesz.

33826Het straatje Achter de kerk in Vlissingen, waar Fransientje Andriessen in 1672 woonde, foto: W. Sprong, 1956, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 33826
In het briefhoofd staat vermeld ‘Achter de Groote Kercke tot den metselaers’. Deze straat wordt vermeld in Winkelman [1], en heet tegenwoordig Achter de kerk en ligt tussen de Grote Markt en de Schuitvlotstraat, aan de achterzijde van de St. Jacobskerk. Als we Lieven de Meij mogen geloven woonden daar in het derde kwart van de zeventiende eeuw metselaars en ruw volk.
Fransientje Andriessen zou kort na het ontvangen van deze brief komen te overlijden. Lieven de Meij zou namelijk op 29 juni 1675 hertrouwen met Neeltje Jansz. Als aantekening van de kerkenraad staat daarbij vermeld dat hij weduwnaar was van Francijntje Andriesz.[2]

Literatuur
*J.R. Bruijn, The Dutch Navy of the seventeenth- and eighteenth centuries (Columbia (South Carolina), 1993).
*Gijs Rommelse, The Second Anglo-Dutch War (1665-1667). Raison d’état, mercantilism and maritime strife (Hilversum, 2006).
*A. Doedens, Liek Mulder, Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).

Noten
[1] H.P. Winkelman Geschiedkundige Plaatsbeschrijving van Vlissingen (Vlissingen: P.G. de Meij Mestdagh, 1873) 246.
[2] ZA, toegang 7357, Hervormde Gemeente Vlissingen, Kerkenraad en Kerkvoogdij, toegang 538.

Bij deze context horen de volgende brieven: