Inhoud brief
Hij laat weten dat het met zijn moeder en zussen nog goed gaat en hoopt dat van hem ook. Ze hebben twee brieven van hem ontvangen, maar Cornelis is er verwonderd over dat hij niets aan Mol heeft geschreven, terwijl zij toch wel zevenmaal aan hem geschreven hebben. De broers Jacob en Aert zijn door de Engelsen krijgsgevangen gemaakt. Een van beiden is gewond geraakt en in Guadeloupe aan land gebracht. Ze verwachten hem dus niet thuis met de eerste uitwisseling van gevangenen die zal plaats vinden. Cornelis gaat ervan uit nog in april zelf met de vloot uit te moeten varen.
Na een laatste groet doet hij ook namens Pieter Gersen de groeten en hij meldt nog dat het gezin in de Schoolstraat in Vlissingen gaat wonen en Corsaen is getrouwd met Marie. De Schoolstraat was een parallel straatje van de kaai dat vlakbij de Grote Markt ligt. De straat bestaat nog, maar heeft geen oude bebouwing meer.
Literatuur
*J.R. Bruijn, 'Kaapvaart tijdens de tweede en derde Engelse Oorlog', in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 90 (1975) 408-429.
*J.R. Bruijn, The Dutch Navy of the seventeenth- and eighteenth centuries (Columbia (South Carolina), 1993).
*Gijs Rommelse, The Second Anglo-Dutch War (1665-1667). Raison d’état, mercantilism and maritime strife (Hilversum, 2006).
*A. Doedens, Liek Mulder, Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: