Inhoud brief
Koster geeft aan dat zijn kapitein niet via Amsterdam naar huis wil zeilen, maar er op staat Middelburg (de thuishaven van Koster) aan te doen, hoewel er veel minder goud te verschepen is naar die stad dan naar Amsterdam. Toch komt dat Koster zeer goed uit, want hij gaat er vanuit dat hij daardoor in de mooie zomermaanden bij zijn geliefde vrouw zal zijn en ze samen dan veel wandelingen kunnen maken om van het groen van de bomen te genieten.
Koster zal gedwongen zijn geweest veel langer in Curaçao te blijven dan tot maart 1781. Weliswaar werd het eiland niet bezet, maar vanaf februari van dat jaar was het door de Engelse aanwezigheid niet toegestaan zonder sterk escorte uit te zeilen.
Bronnen
- Voor de situatie op Curaçao in januari 1781 zie: Erik van der Doe, 'De kaper gekaapt. Engelse post door kaperkapitein Sextroh opgebracht in Zierikzee', in: Erik van der Doe, Perry Moree en Dirk J. Tang (red.), De dominee met het stenen hart en andere overzeese briefgeheimen Sailing Letters Journaal I (Zutphen, 2008) 104-108.
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: