Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud van de brief

De koloniën Demerary en Berbice, kaart door P.M. Netscher, 1887De koloniën Demerary en Berbice, kaart door P.M. Netscher, 1887

In deze brief van de schipper C.C. Heijde geschreven vanuit Rio Demerary aan de heren Van de Perre en Meijners legt hij vast dat hij 120 balen koffie in Amsterdam zal afleveren, voor de vrachtprijs van zes duiten per pond. Ook zal eventuele schade aan het schip vergoed moeten worden. De vrachtbrieven hiervoor zijn door hem ondertekend.

Van de Perre en Meijners

Petrus Eduwaldus van de Perre werd geboren in augustus 1745. Hij studeerde rechten te Leiden en promoveerde in 1764 op een dissertatie 'De differentiis tutorum et curatorum'. Hij kwam spoedig in de magistraat en trouwde met Johanna Susanna van der Mandere. Door dit huwelijk verkreeg hij verschillende goederen, onder andere het nog besaande huis 'Ter Boede' in Koudekerke. In 1780 liet Van de Perre in de Lange Noordstraat te Middelburg het huis bouwen waar nog lange tijd de Rijkskweekschool voor onderwijzers gevestigd was.[1] Het bewindhebberschap van de VOC viel hem in 1776 ten deel. De Staten Generaal vaardigden hem in 1786 af als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij het hof te Brussel. Daar schijnt hij betrokken te zijn geweest bij een doodslag (wellicht in een tweegevecht). Op 17 augustus 1786 pleegde hij, om zijn eer te redden, zelfmoord. Hij werd op 24 augustus 1786 begraven op het Oude Kerkhof te Middelburg.[2]

Gerard Francois Meijners (Meyners) werd op 27 oktober 1710 in Den Haag geboren. Op 16 augustus 1728 werd hij ingeschreven als student te Leiden, waar hij rechten ging studeren. Op 21 oktober 1732 promoveerde hij op de dissertatie 'Testamentis privilegiatis.' In 1739 werd hij schepen te Rotterdam, van 1740-1783 was hij lid van de vroedschap en bekleedde hij in die tijd allerlei stedelijke ambten. In 1755 werd hij benoemd tot bewindhebber van de VOC. Hij overleed op 22 december 1790 te Rotterdam.[3]

Beide heren behoorden tot de hogere kringen en hebben elkaar wellicht leren kennen via de VOC.

In notariële papieren treden beide heren regelmatig samen op als verkoper en koper van onroerend goed. Ze handelen duidelijk samen op dit gebied. Uit deze brief blijkt dat ze dus ook een partij koffie kopen. De verkoper van de koffie is Bernhard Albinus. Deze man komt veelvuldig voor in notariële bescheiden en dan als constituant (volmachtgever) en geconstitueerde (gevolmachtigde) om allerlei financiële zaken af te handelen. Als zijn beroep wordt in die tijd in Demerary opgegeven: raad van politie en justitie.

Bronnen

Literatuur

Sites

Noten

  1. Zeeuwen Gezocht
  2. F. Nagtglas - Levensberichten van Zeeuwen. Tweede deel (Middelburg 1893). en Nieuw Nederlandsch Biografisch woordenboek, Deel V, 490-491.
  3. archieven.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: