Inhoud brief
Gezicht op de Canton, ca. 1663, olieverfschilderij van Johannes Vingboons, collectie: Rijksmuseum SK-A-4474Op 4 januari 1781 schrijft VOC-boekhouder Laurens Lund vanuit Kanton in China aan de koopman J.H. Waterlander in Middelburg. Ter controle op de post vermeld hij dat hij eerder al twee brieven zond met stuurman Helderman van het schip Zeeploeg en met onderstuurman Valkenburg van het schip Voorberg. Hij meldt daarin gevraagd te hebben om verzending van een tot twee kassen rode wijn, veertig flessen Rijnwijn en een fleskelder (inhoudsmaat voor 15 flessen) jenever. Lund geeft aan waarschijnlijk nog wel een jaar op zijn post te moeten blijven en daarom wel een volgende zending te kunnen ontvangen. Hoewel eind 18de eeuw sneller werd gereis, moet die reis toch zeker nog wel bijna een jaar hebben geduurd. In aanvulling op zijn bestelling wil Lund bovendien graag ontvangen veertig flessen witte wijn, 20 flessen Mallaga, veertig flessen Rijnwijn, vooral zoveel mogelijk flessen rode wijn, een fleskelder jenever en twee kazen. Die laatste moesten in verband met bederf in lood worden ingepakt. De brief wordt meegegeven aan schipper Blokker van de Paerl. Dit schip wordt door de Engelsen onderschept.
Biografische gegevens J.H. Waterlander
Johannes Hermanus Waterlander is geboren in 1749 en overleden in 1822 te Middelburg. Hij was gehuwd met Maria de Visser(overleden in 1813), samen hadden zij geen kinderen. Hij was een welgestelde en vooraanstaande inwoner van Middelburg en bezat naast een groot herenhuis in de Middelburgse Nieuwstraat nog de buitenplaats Het Park in West-Souburg In het jaar 1780 was Waterlander in het bezit van de bierbrouwerij De Vijfhoek en samen met zijn neef Pieter de Stoppelaar bezat hij de wijnhandel Waterlander&de Stoppelaar in Middelburg.
In een dagboek van de Stoppelaar komt een aantal keer de naam van zijn oom(Waterlander) voor.[1]
Literatuur
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: