‘… dat de oorlog in zijn geheel is verklaard …’ Binnen de kille context van de oorlog klopt het warme hart van Vatel Grifin in Kaap Sterre, voor zijn vriend Jean Derimont in Vlissingen (4 december 1664)
‘… en dat alles verzekerd in geval van oorlog’ De oorlog steekt een stokje voor de handel tussen Vatel Grifin in Kaap Ster, St. Christoffel en Pieter Buteux in Middelburg (4 december 1664)
‘… ende chust mijn soene hondert mals voor mijn.’ Claes Jansen wenst zijn vrouw Susanneken overzee honderdduizend goede nachten vanaf Kaap Ster (10 december 1664)
Jan van Ruijven bericht Johan en Pieter Boudaen Courten in Middelburg over zijn suikerleveranties vanuit Suriname (31 december 1671)
‘Mooij hoog en smalleties op de moode.’ Planter Van Ruijven laat Willem de Backer weten gebrek aan schoenen en koperen suikerketels te hebben in Suriname (31 december 1671)
‘Zij zijn cleen, doch soet ende maer ontrent ½ rijp …’ Gerard Dou levert zoete sinaasappelen en en andere goederen aan Gilles van Rijckegem, vanuit St. Christoffel naar Middelburg (12 november - 9 december 1664)
‘Laetten [h]aver compt oock op.’ Johannis Robbertsen aan zijn vrouw Josina de Laver over een partij Surinaamse suiker (2 en 9 januari 1672)
Suiker als valuta. Johannis Robbertsen stuurt een verrekening over de verkochte suiker aan de weduwe Anna van Eessen in Middelburg (2 januari 1672).
‘Scrift doca met aet eerste scip.’ Jacob Pietersen Goud heeft moeite Zeeuws en Nederlands van elkaar te scheiden in de brief aan zijn moeder in Vlissingen (9 januari 1672)
‘De beste waere is schoenen.’ Jan Jacobsen Tinnegieter adviseert koopman Pieter Icxsen in Vlissingen welke goederen naar Suriname te sturen (9 januari 1672)