Luitenant Abel Thisso beijvert zich voor een hogere rang in Suriname bij raadsheer Gaspart Engelsen en de Staten van Zeeland (8 januari 1672)
Ieman van Hendrecht ruilt suiker, brandewijn en indigo voor het cargazoen dat hij van de Vlissingse koopman Jan Pietersen Affet ontving (10 december 1664)
Jan van Ruijven stuurt suiker vanuit Suriname aan kapitein Pieter Constant in Vlissingen (31 december 1671)
‘Godt geeve neen.’ Cornelis P. de Graef verrekent vanaf St. Christoffel de suikerexport met Joost van Breen in Middelburg en hoopt dat oorlog met de Engelsen uitblijft (8 december 1664)
Van Ruijven correspondeert met Gerard Blaase uit Vlissingen over de suikerhandel en de afhandeling van een nalatenschap vanuit Suriname (29 december 1671)
‘De tit is te koort.’ Luitenant Abel Thisso schrijft vanuit Suriname een korte brief aan luitenant Collaert in Vlissingen (8 januari 1672)
Gouverneur Pieter Versterre bericht Geleijn Blonckebijle over de aankomst van schipper Soetelinck in Suriname (31 december 1671 – 11 januari 1672)
‘Hebben Teuneken, die vrouwe op de Luijsemart, over boort gesmeten.’ Jacob Soetelinck verhaalt zijn vrouw Tanneke Tanghe in Vlissingen over zijn reis naar Suriname met de Biekorff (8 januari 1672)
‘Naedat ick met grooten verlangen verlanght hebbe.’ Jasper Danckaerts keert met suiker terug van St. Christoffel naar Middelburg, zo laat hij Jan Antonissen Smit weten (4 december 1664).
‘Ick sijen de slaeven dagelijckx op de plantage wercken.’ Johannis Robberts schrijft Lourens Willemsen Verpoorten in Middelburg over de suikerproductie in Suriname (12 en 13 januari 1672)