‘In deze landstreken beginnen we weer volop met het winnen van suiker.’ Abel Thisso bereidt zich voor op de suikerwinning in Suriname (Suriname, 8 januari 1672).
‘… mooie, fijne kantjes als voor haeren doen oorbaer is.’ Evert van Leeuwen laat zaken en privé samengaan in zijn correspondentie met Gillis van Rijckegem in Middelburg (St. Christoffel, 9 december 1664)
‘Wij peck aenroert die wort daervan befuilt.’ De Middelburgse Pieternelle Jansen drukt haar zoon Willem op het hart godvruchtig te leven tijdens zijn reis naar Afrika (18 april 1664)
Jasper Danckerts wenst zijn vriend Adriaen de Klerck in Middelburg veel ‘heil en gelucx’ vanuit St. Christoffel (1 december 1664).
‘Hebbe noch goet noch brief vernoomen.’ Jan van Ruijven vanuit Suriname over een misverstand met de Vlissingse koopman Abraham Sis (10 januari 1672).
‘Dat hij het niet en adde, ick dencke dat hij ’t van veele niet crijgen sou,’ De briefwisseling tussen de gebroeders Verbrugge over de teloorgang van de handel op St. Christoffel (25 februari – 25 september 1664)
Cornelis Janssen stuurt enkele vaten suiker vanuit St. Christoffel aan Johannes Willigus in Goes (10 december 1664)
Lucas Hogedorn wil zijn post vanuit St. Christoffel naar Vlissingen in verband met de oorlog over La Rochelle sturen, maar ziet daar toch vanaf (9 december 1664)
Johannis Robberts verscheept Surinaamse oxhoofden suiker naar Joanna Roelse, de huisvrouw van kapitein Claes Raes in Middelburg (2 januari 1672)
‘Cost doet lust vergaen.’ Gerard Douw schrijft zijn zwager Johannis Scheffens over zijn handel op St. Christoffel (9 december 1664)