Hermanus Potteij ontvangt een brief van zijn neef uit Suriname over diens reis naar de kolonie (11 september 1672)
Raquel Castanho bericht over de plantages in Suriname aan Paulo Jacomo Pinto in Middelburg (10 december 1671)
‘m’Envoier une demi-dous[z]aine d’angelo[t]s.’ Caterine vertelt haar oom David Fremont in Dieppe over het wel en wee van de familie (juli 1665).
‘Aij en sal met mijn nijet mer komme.’ Simon Aertsen beklaagt zich op St. Christoffel over de luiheid van zijn neef Simon tegenover zijn vrouw in Vlissingen (10 december 1664)
‘Hoe bent ghij soo op den doolwegh.’ Pieternelle van de Velde uit Middelburg veegt haar broer Pieter de mantel uit (3 mei 1664).
‘Daer ben veel scheepen genomen van hier.’ Grietje Arends hoopt dat schipper Pieter de Grave snel kan wegraken uit de haven van Nantes (9 januari 1665).
'Ongewoone ziektes coortsen en sterften onder de menschen.' Predikant Van de Vondel uit Grijpskerke heeft veel slecht-nieuws-berichten voor zijn zoon in West-Afrika (21 oktober 1779)
Herman de Huybert bedankt gouverneur Lichtenberg voor zijn terugkeer naar Middelburg vanuit Suriname (13 januari 1672)
'Dat gaat zoo wat in geheijm' Jan Willem Wittens vanuit Curaçao over zijn scheepsreis aan zijn vrouw in Zierikzee (6 januari 1781)
De moeder van Willem Cornelissen Blok wil dat hij zijn broer Jan van het drinken afhoudt (8 november 1664)