Scheepskok Jozef Boekhof laat vanaf St. Eustatius aan zijn vrouw in Vlissingen weten dat hij vertraging heeft opgelopen (22 november 1780)
Weduwe Adriana Kramer uit Vlissingen zet de zaken van haar man op Demerary voort met Ambrosius Tulleken (20 september 1780)
Hendrik heeft te Demerary 'duijsent en duijsent malen' berouw voor wat hij zijn vrouw te Vlissingen heeft aangedaan (4 januari 1781)
Jan Rolbers schrijft aan Matthijs Artenaas van logement Zeemans Welvaren aan het dok te Vlissingen (22 november 1780)
Schipper Pieter Mille over de verkoop van koffie vanuit St. Eustatius aan de firma Story & Hunt in Vlissingen (januari 1781)
Thomas Cuming bericht de Middelburgse firma James Turing en zoon over de zaken in Demerary (26 september 1780)
Nachtegael en Asboah berichten vanuit Suriname aan boekdrukker Pieter van Goethem en Carel Poelevelt over de dood van Alexander Arter (6, 7 en 8 januari 1672)
Jan Jansen Maros laat aan plantage eigenaar Pailipa Boncet in Vlissingen weten de ‘lammeheit’ in zijn handen te hebben (9 januari 1672)
'Wij zijn in’t laast september uyt de Barbiesjes vertrokken.' De moeizame tocht naar Middelburg van Bonk en Janise in 1780