‘Ick ben noch vol pinne en groote benaeuheijt.’ Elisabeth Emerij laat haar moeder Neelken weten heel ziek te zijn in Suriname (12 september 1672)
'Wel uyt de oogen en uyt het hart' Hans Jochem Ruisch wil zijn vrouw Catharina nooit meer zien (Curaçao 20 november 1780)
'Besoes van de Carsousse mijsjes aen boort.' Chirurgijn Huizing verpest de brief van Engelbrecht Witting aan zijn vrouw Cornelia in Vlissingen (15 april 1758)
‘Alhier en passeert niet nieuws in de colonie van Surigname.’ Johan van Melckebeecke stuurt limoensap naar zijn stiefvader in Terneuzen (14 december 1671 en 9 januari 1672).
'You will act in the manner already mention'd.' Handelsagent Clement verscheept 22 balen koffie uit Essequebo naar koopman Daniël Stephen Schorer in Middelburg en staat op zijn strepen (29 mei 1780)
Abraham Bricx verrekent vanuit Essequebo de verstuurde goederen met Daniël Steven Schorer in Middelburg (29 juni 1780)
Antonius Pietersen moet 'Uijt gebrek van handen' slaven kopen voor de plantage van Daniël Steven Schorer in Essequebo (12 augustus 1780)
Willebordus Ramakers belegt zijn nalatenschap in de plantage. Correspondentie vanuit Rio Essequebo met Daniël Stephen Schorer in Middelburg (25 september 1780)
Mevrouw M. Noordhoek weduwe Pipersbergh wordt verzocht twee Friese logees uit Demerary op te vangen (25 september 1780)
Brief van C.C. Heijde aan de heren Van de Perre en Meijners over de levering van 120 balen koffie vanuit Rio Demerary gedateerd augustus 1780