Dochter Elijsabet Emerij schrijft haar eenzame moeder in Middelburg vanuit Suriname in september 1672
'Stuert mijn togh een paer graeuwe mulen die sterck sijn.' Antonis Jeroensen smacht naar nieuwe schoenen in Suriname (1672)
'Zeer waarde goede vrint en slaapbaas' Gerret Vervoort en Jan Romero schrijven een opmerkelijke vriend (1780)
M. van Hemdrecht bericht zijn neef, koopman Josias van der Vlies in Zierikzee over de wijnprijzen in Bordeaux (10 juli 1666)
’t Hout soo kout.’ Jan Thijszoon Eijckenboom vertelt Martine Cornelissen uit Vlissingen over de problemen met zijn gebroken been (17 april 1663)
Zaakgelastigde Culpeper vanuit Demerary aan de koopliedenfirma Spoors & Sprenger te Middelburg (27 januari 1781)
‘…ende weij leggen al in onse laedenge…’ Cornelis Woutersen hoopt met Gods hulp, dat hij ‘…medt den eersten teuijs komen sal.’ (18 juli 1666)
‘Daer heeft veel leckasie op de Spaance seep geweest.’ Lieven de Meij kan weinig zaken doen in Suriname voor Jan Lievens de Moor uit Vlissingen (31 december 1671)
‘…In haest, allso ick tegewoordich wat onpaslick ben.’ Lourens Menis geeft zijn opdrachtgevers Pieter van Rhee en Abraham van Pere in kort bestek de toestand in Suriname weer (28 december 1671).