Nicolaas Combe vanuit een Surinaamse plantage aan solliciteur David Kempe in Middelburg (7 januari 1672)
J.V. Ruijven verstuurt twee vaten suiker vanuit Suriname aan de weduwe Marija Huijgens in Middelburg (6 augustus 1672)
'Den tijt sal alles leeren.' Jan de Clercq over zijn aankomst in Paramaribo aan kruidenier Johannis van Roosbeke in Middelburg (11 januari 1672)
Die loopt nu als een ratt, die regael gegeten heefft.' Augustinus Brun hekelt de corruptie in Suriname aan koopman Henricus Parker in Vlissingen (1 januari 1672)
'Gij soude mijn zijele utrecke gelijck op een pijnbanck.' Maaike Lievens verlangt naar haar man Pieter Meseur die dient op de vloot (14 april 1665)
'Ick geen tijt en hadden.' Pieter Pietersen schrijft snel een kattenbelletje aan zijn moeder Jacomijntje Simons aan de Kaaskaai in Vlissingen (16 september 1672)
'Dat we[e]t Goed wel beter van de hele menscaen.' De diepgelovige Jannes van Bambeke schrijft vanuit Suriname zijn vader op de Dam in Middelburg (8 januari 1672)