Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Samenvatting inhoud brief:

SK A 439Veroverde Engelse schepen na de Vierdaagse Zeeslag De veroverde schepen 'Swiftsure', 'Seven Oaks', 'Loyal George' en 'Convertine' worden het Goereese Gat binnengebracht na de Vierdaagse Zeeslag, 11-14 juni 1666, olieverf op doek, Willem van de Velde de Jonge, 1666, Collectie Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-439Pieternelle Jans schrijft op 18 april 1664 uit Middelburg aan haar zoon Willem Jansen aan boord van het schip Walcheren dat vaart op de Afrikaanse Westkust. Gezien de positie van Willem (hulp-chirurgijn) zal dit vermoedelijk een slavenschip van de WIC zijn geweest.
Zij meldt dat Willems zuster Marie in maart 1664 is bevallen van een dochtertje, dat dezelfde dag is gestorven terwijl ze het op haar schoot hield.
Zij hoopt dat Willem en zijn broer na thuiskomst belijdenis zullen doen.
Zij vertelt hoe het is afgelopen met drie dieven die voor het vertrek van Willenm en zijn broer waren gevangen is afgelopen: een is opgehangen en de andere twee zijn gebrandmerkt en in her rasphuis geplaatst. Ook zijn een waard en zijn vrouw gevangengezet.
De brief bevat verder vele stichtelijke wensen en aansporingen.

Familie Jansen
Blijkens de brief bestaat het gezin Jansen uit moeder Pieternelle Jans, een zoon Willem Jansen, hulpchirurgijn aan boord van het schip Walcheren en een andere, niet met name gnoemde zoon ook aan boord. Thuis zijn er broers en zusters, van wie Marie met name wordt genoemd. Marie is in maart 1664 bevallen van een dochter, die dezelfde dag overleed. Verder is er sprake van een neef Jan, een nicht Pieternelle en ene Jacomijnken en van een tante Ariaenken.
Pieternelle kon, naar aanleiding van haar schrijven, gerust zijn: ze zou haar zoons terug zien en nog lang leven. Op 24 december 1696 werd Pieternella Jansen begraven in de Bagijnhof van Middelburg. Ze was op dat moment woonachtig in de Verwerijstraat en moet halverwege de zeventig zijn geweest. Haar zoon Adriaan werd vermoedelijk op 2 maart 1700 begraven op het kerkhof. Hij woonde in de Lange Geere.[1] De namen van Jan en Willem Jansen komen in deze periode vaker voor in de stad, maar op 17 juli 1702 wordt een Willem Jansen eveneens begraven op de Bagijnhof van de stad. Hij woonde bij de Seispoort. Mogelijk is dit de zoon van Pieternelle geweest.[2]

Wie pek aanroert…
Moeder Jans schrijft het spreekwoordDie pek aanroert, wordt daarmede besmet’ toe aan Salomo. Het komt echter uit het apocriefe boek Jesus Sirach 13:1.

De Tweede Engelse Oorlog (1665-1667)
Strenge scheepvaartwetten van de Britten, die onder meer export van Britse goederen naar niet-Britse landen door buitenlanders verboden, lagen ten grondslag aan de oorlog tussen de Republiek en Groot-Brittannië. Ook constante conflicten in de koloniale gebieden vormden hiervoor de aanleiding. Zo veroverden de Britten in 1664 Curaçao en Nieuw-Amsterdam en werden door Robert Holmes Nederlandse forten op de Afrikaanse kust ingenomen. De Ruyter, die op strafexpeditie naar Afrika en West-Indië werd gestuurd, heroverde deze forten weer. Een door de Staten-Generaal in oorlog geïnitieerde actie die tegenwoordig nogal eens volstrekt buiten de context wordt uitgelegd als zou De Ruyter hiermee bewust de slavenhandel en slavernij in stand gehouden hebben.
De oorlog werd vooral ter zee uitgevochten. De Britten namen 522 Nederlandse koopvaardijschepen buit. Tijdens deze oorlog zat het de Britten niet mee. In 1665 brak de pest uit in Londen en op 12 september 1666 woedde een grote brand in de stad. De eerste zeeslag, die van 13 juni 1665 in de Slag bij Lowestoft werd nog gewonnen door de Britten, maar in de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) trokken de Nederlanders aan het kortste eind. De Tweedaagse Zeeslag (4 augustus 1666) was wederom een overwinning voor de Britten, waarna Terschelling in de as werd gelegd. Raadpensionaris Johan de Witt revancheerde zich met een plan om de thuisbasis van de Engelse vloot aan te vallen. Tussen 19 en 24 juni 1667 voer een vloot onder De Ruyter de Thames op en vernietigde bij Chatham drie kapitale en tien andere oorlogsschepen en nam het vlaggenschip HMS Royal Charles op sleeptouw als buit mee naar de Republiek. Op 31 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten tussen beide mogendheden.

Literatuur
*J.R. Bruijn The Dutch Navy of the seventeenth- and eighteenth centuries (Columbia (South Carolina), 1993).
*A. Doedens, Liek Mulder Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).
*Gijs Rommelse, The Second Anglo-Dutch War (1665-1667). Raison d’état, mercantilism and maritime strife (Hilversum 2006).

Noten
[1] ZA, toegang 511, Rekenkamer D, inv.nrs. 59521, 59561.
[2] ZA, toegang 511, Rekenkamer D, inv.nr. 59581.

Bij deze context hoort de volgende brief
*HCA30-1049 Willem Jansen ondermeester op het schip Walcheren van Jacob Jansen 18 april 1664

*HCA30-1049 Lucas Janssen bottelier op het schip Walcheren van Jacob Jansen 20 april 1664