Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Samenvatting inhoud brief

Nieuwe Kaart van SurinameNieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwJan van Ruijven schrijft op 31 december 1671 uit Suriname aan de broers Johan en Pieter Boudaen Courten in Middelburg en meldt dat de kapiteins Claes Raes, Jan Dimmens (Dimmesen) en Jacob Soetelinck (Soeteling) zijn gearriveerd, de eerste twee met ongeveer 300 slaven.
Hij voegt een specificatie bij van de zending suiker en brandewijn die hij met schipper Cornelis Bastiaensen verscheept en deelt mee dat hij een verschuldigde betaling zo spoedig mogelijk zal doen. Hij gaat ervan uit dat Johan en Pieter al op de hoogte zijn van de dood van secretaris Johan Bolle.
In een naschrift meldt hij de aankomst van kapitein Jan Andriessen op 2  januari 1671 en de ontvangst van de brief van 26 oktober 1671 van de heren Boudaen Courten, die daarin uiting geven aan hun misnoegen over iets dat in de kolonie is gebeurd, welke gebeurtenis Van Ruijven betreurt, aangezien de voortzetting van de kolonie afhankelijk is van de hulp en welwillendheid van personen als de heren Boudaen Courten, wat niet iedereen beseft.
Ingevolge hun opdracht zal hij goederen afleveren aan Abraham Bisschop.
Ene Clewaerdt, via wie hij de brief van de Boudaen Courtens heeft gekregen, heeft hem gevraagd om hulp inzake iets dat de plantage van de Boudaen Courtens betreft, wat hij naar vermogen zal doen.
Tot slot verstrekt hij opgave van partijen suiker die nog aan de eerder genoemde zending worden toegevoegd.
De genoemde specificatie is gedateerd 8 januari 1672. In een naschrift daarbij maakt hij melding van alsnog aan de zending toegevoegde partijen, die de totale zending brengen op 19.871 pond, verdeeld over 32 grotere en kleinere partijen.

Johan Boudaen Courten

FO120800Johan Boudaen Courten (1634-1716), olieverschilderij van I. Paling, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 120800Johan Boudaen Courten (1635-1716), heer van Sint Laurens, Popkensburg en Schellach werd geboren te Middelburg op 7 januari 1635 en overleed daar op 22 januari 1716. Zijn ouders waren Pieter Boudaen Courten en Catharina Fourmenois, Vrouwe van Sint Laurens. Hij huwde op 6 september 1675 te Blauwkapel met Anna Maria Hoeufft. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Gideon ((1686), Abraham (1688) en Anna Maria (1692).
Johan was bewindhebber van de VOC, burgemeester, raad en schepen van Middelburg en gecommitteerde van Middelburg in de Staten van Walcheren (de Polder Walcheren).[1] Van de rederijkerskamer Het Bloemken Jesse te Middelburg was hij opperprins.
Hij was sinds 1668 lid van de vroedschap. Hij vertegenwoordigde een belangrijk handelshuis dat belangen had in Noord-Amerika en West-Indië, ook in de slavenhandel. Zijn familie was via huwelijken verbonden met de Amsterdamse koopmansfamilie Coymans. Een dichtbundel Poesy van Johan Boudaen Courten berust in het Utrechts Archief.[2] Het testament van Johan Boudaen Courten en echtgenote berust daar eveneens [3] Johan en zijn broer Pieter waren blijkens een (notariële) akte eigenaar van een plantage in Suriname.[4]

Pieter Boudaen Courten
Pieter Boudaen Courten († 1684), zoon van Pieter Boudaen Courten en Catharina Fourmenois was getrouwd met Sophia Coymans (1649-1678). [5] Pieter was kiesheer van de stad Middelburg [6] en trouwde in 1670 voor de tweede maal, nu met Sophia Balthasarsdr. Coymans (1649-1678). Pieter was bewindhebber van de VOC Kamer Zeeland 1670-1684.[7]

Jan van Ruijven
Over de planter Jan van Ruijven wordt uitvoeringe informatie verstrekt in een artikel van Tom Weterings, beschikbaar op https://www.dbnl.org [8], waaraan het volgende is ontleend. Hij verhuisde op 3 april 1669 met vrouw, kinderen en zes slaven van Tobago naar Suriname, waar hij al snel een prominente positie innam: zijn naam prijkt regelmatig als getuige of ondertekenaar op verschillende documenten. Zijn vele brieven naar Zeeland getuigen bovendien van een uitgebreide kennissenkring in de Republiek. Later zou hij zelfs deel uitmaken van het bestuur van de kolonie. Van Ruijven vocht een langdurige ruzie uit met Johannes Basseliers, de eerste dominee in Suriname, voornamelijk over het gebruik van diens land. Van Ruijven had een aantal vaste correspondenten in Zeeland, zoals de reders Johan en Pieter Boudaen Courten en Laurens Verpoorten, en de Vlissingse vendumeester De Backer.

Van Van Ruijven zijn ook de volgende brieven binnen het corpus Zee(uw)post aanwezig:
*HCA 30 223 schipper Pieter Heerents Middelburg 17 oktober 1671
*HCA 30 228 Maria Huijgens Middelburg 6 augustus 1672 en contextinfo
*HCA 30 1059 I Gerard Blaese koopman Vlissingen 29 december 1671
*HCA 30 1059 I Pieter Constant kapitein Vlissingen 31 december 1671
*HCA 30 1059 I Cornelis Dankerts Veere 31 december 1671
*HCA 30 1059 I Willem Hodge schipper Vlissingen 31 december 1671
*HCA 30 1059 I Adriaen van Geel koopman Vlissingen 31 december 1671
*HCA 30 1059 I Cornelis Janssen bootsman van Barrevouters Vlissingen 31 december 1671  

Jan Andriessen
Jan Andriessen, schipper op de Aerdenburch was leverancier van goederen voor het garnizoen te Paramaribo. Er bestaat een rekening van hem voor leverantie van vlees ten dienste van het garnizoen volgens ordonnantie van 16 februari 1671. Een rekening gericht aan Geleijn Blonckebijle bevindt zich in de archieven van Rekenkamer C van het Zeeuws Archief: Aan Geleijn Blonckebijle, koopman te Vlissingen, boekhouder van de Biekorff van schipper Jacob Soetelinck en van het schip Fort Zeelandia, voor transport van 'vivres en ammunitie' en voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 17 december 1672.[9]

Johan Bolle
De Staten van Zeeland benoemden in 1670 Johan Bolle, koopman te Vlissingen, tot secretaris van de geheele capitania van Suriname.[10]
De Staten verstrekten hem een uitrustingstoelage. ‘Aen Jan Bolle gaende voor secretaris naer de provintie van Suriname, de somme van sesentsestich ponden derthien schellingen vier grooten Vlaems, eens, voor een toelegh tot uijtrustingh van sijn persoone volgens resolutie van de heeren van den Rade date deser, bij ordonnantie van den XXVen martii 1670 met bekentenisse hier overgedient, dus LXVI £ XIII s. IIII d. Vlaems’ (£ Vls. 66:13:4, ofwel 400 gulden).[11] De Staten betaalden ook zijn verhuizing. ‘Aen Gerbrant Metman, doende de affaires van den secretaris Jan Bolle in Zername, de somme van derthien ponden thien schellingen Vlaems over het transporteren van eenige van desselfs goederen naer Sername bij attestatie ordonnantie van den 19 augustij 1671 met bekentenisse hier overgedient, dus XIII £ X schellingen Vlaems’ (81 gulden).[12] De Staten van Zeeland kregen klachten over zijn functioneren. Nicolaas Combe stelde dat die kritiek onterecht was en dat Bolle een eerlijk man was. [13] Bolle overleed op 21 november 1671.[14]

Jan Dimmesen
Schipper Jan Dimmesen bleek een lorrendraaier (smokkelaar) te zijn, die met zijn fregat de Zeven Gebroeders op de West-Afrikaanse kust in slaven handelde om die vervolgens in Suriname te verkopen,[15] Jan Dimmesen alias Jan Diemense vervoerde meerdere malen slaven uit Afrika naar Suriname: in 1668 198 slaven uit Cap Lopez, in 1670 met het schip Zeven Gebroeders een onbekend aantal uit Loango en in 1672 een onbekend aantal uit Malembo.[16]

Claes Raes
Claes Raes arriveerde op 21 december 1671 uit westelijk centraal Afrika in Suriname met het schip De Gouden Poort. Eerdere reizen waren in 1662 met het schip Vrede uit Loango naar het Frans Caribisch gebied, in 1665 met het schip Diamant uit Loango naar Basse-Terre (St. Kitts), in 1669 uit Hellevoetsluis via Mpinda naar Suriname. Een latere reis was in 1675 met het schip De Gouden Poort uit Loango naar Suriname.[17] Claes Raes werd op 2 maart 1677 te Middelburg begraven.[18]

Jacob Soetelinck
Een Jacob Soetelinck wordt genoemd als lidmaat van de Nederduitsch gereformeerde kerk te Vlissingen in januari 1665 met het adres Vlamingstraat.[19]
De volgende rekening gericht aan Geleijn Blonckebijle bevindt zich in de archieven van Rekenkamer C van het Zeeuws Archief: ‘Aan Geleijn Blonckebijle, koopman te Vlissingen, boekhouder van de Biekorff van schipper Jacob Soetelinck en van het schip Fort Zeelandia, voor transport van vivres en ammunitie en voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 17 december 1672.’[20]

Noten
[1] Utrechts Archief (UA), 26 Familie Des Tombe, inv. nr. 1101. Akte van benoeming van Johan Boudaen Courten tot gecommitteerde van Middelburg in de staten van Walcheren, 1672.
[2] UA, 26 Familie Des Tombe inv. nrs. 1097-1098 Gedichten van Johan Boudaen Courten als lid van de rederijkerskamer te Middelburg, 1698-1699. Inv.nr. 1097, 1668-1699 en inv.nr.
1098, Poesy, 1668-1699
[3] UA, 26 Familie Des Tombe inv. nr. 1100 Testament van Johan Boudaen Courten en Anna Maria Hoeufft, 1703, geopend 1705, met afschriften, 1707, 1762, met stukken betreffende de afwikkeling van hun nalatenschap, 1705, 1716.
[4] UA, 26 Familie Des Tombe inv. nr. 1103 Akte van volmacht van de erfgenamen van Jan en Pieter Boudaen voor Hieronimus Joseph Boudaen en Abraham Boudaen om een huis in Middelburg, een plantage in Suriname en andere gemeenschappelijke goederen publiek te verkopen.
[5] UA, 26 Familie Des Tombe 2.4.2.2. Pieter Boudaen Courten, 1635-1684.
[6] Murk van der Bijl Idee en interest. Voorgeschiedenis, verloop en achtergronden van de politieke twisten in Zeland en vooral in Middelburg tussen 1702 en 1715 (Groningen, 1981) 35, bijlage XIV.
[7] ZA, 255 Familie Mathias-Pous-Tak van Poortvliet, (1386) 1462-1944 inv. nr.
374.
[8] Tom Weterings ‘Zeeuws Suriname, 1667-1683’ in: OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis 30 (2011) 338-355.
[9] ZA, toegang 508, Rekenkamer C, inv. nrs. 1420 en 1424a, folio 275v en 276r.
[10] J.A. Schiltkamp De geschiedenis van het notariaat in het octrooigebied van de West-Indische Compagnie: voor Suriname en de Nederlandse Antillen tot het jaar 1964 (1964) 107.
[11] ZA, GIDS 102 Gids Staten van Zeeland en Suriname, 1667-1684 (1692) inv. nr. 773 Aan Jan Bolle, van Vlissingen, secretaris, een toelage volgens resolutie van de heren van de Rade volgens ordonnantie van maart 1670 f. 221v.
[12] ZA, GIDS 102 Gids Staten van Zeeland en Suriname, 1667-1684 (1692) inv. nr. 909 Aan Gerbrant Metman, koopman te Vlissingen, gemachtigde van Jan Bolle, voor het transporteren van bagage en huisraad f. 241r.
[13] S. Zijlstra, Anglo-Dutch Suriname: Ethnic interaction and colonial transition in the Carribbean, 1651-1682 (Amsterdam, 2015) 27.
[14] TNA, HCA 30 1059 I, brief aan Pieter de Huijbert pensionaris Staten van Zeeland Abdij Middelburg, 14 december 1671.
[15] Ruud Paesie ‘Nieuwe inzichten over het leven van Abraham Crijnsens’, in: Den Spiegel (1 juli 2011) 20.
[16] Slave Voyages Database, Voyage ID 44277, 44134 resp. 44148.
[17] Slave Voyages Database, Voyage ID 44147, 44236, 44257, 44119 resp. 10156.
[18] ZA, 511, Rekenkamer D, inv. nr. 59331, Begraaflijst Middelburg 1677.
[19] ZA, DTBL Vlissingen 23 (NG Lidmatenregister 1654-1672) Register K 483, f. 86.
[20] ZA, GIDS 102 Gids Staten van Zeeland en Suriname, 1667-1684 (1692) inv. nr. 910 Aan Geleijn Blonckebijle, koopman te Vlissingen, boekhouder van de Biekorff van schipper Jacob Soetelinck en van het schip Fort Zeelandia, voor vracht van goederen en veertien personen volgens ordonnantie van 28 augustus 1671.

 

Bij deze context horen de volgende brieven: