Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Samenvatting inhoud brief:

SK A 1716Het gevecht van Michiel Adriaensz de Ruyter tegen de hertog van York op de 'Royal Prince' tijdens de zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672, gedurende de Derde Engelse Oorlog, olieverf op doek, Willem van de Velde de Jonge, ca. 1691, Collectie Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-1716Kapitein Wiliam Cowell schrijft op 10 mei 1672 aan koopman Peter Cooper in Greenwich, Engeland en deelt mee dat hij klaar stond om uit Zeeland te  vertrekken toen het bericht kwam van de oorlogsverklaring van koning Karel II aan de Staten-Generaal, waarop de Staten van Zeeland bevel gaven hem als Engelsman in bewaring te stellen.
Op borgstelling werd hij vrijgelaten op voorwaarde dat hij niet zonder hun toestemming uit het land zou vertrekken.
Hij stelt dat hij zonder de hulp van Cooper niet de beschikking kan krijgen over zijn goederen die zijn geladen in het schip van Cornelis Bastiaensen.
Hij verzoekt Cooper te doen wat hij kan om zijn suiker terug te krijgen, waarvoor hij hem dankbaar zal zijn.
Hij veronderstelt dat dit in zijn situatie geen probleem zal zijn.
In een postscriptum voegt Cowell toe dat hij niet zeker weet op wiens naam de lading is gesteld, maar hij neemt aan dat het David Kampe is; hij veronderstelt dat het merkteken ‘WC’ is, want zijn vrouw verwachtte hem al lang in Suriname.

Het opmerkelijke aan deze brief is dat deze werd geschreven in Vlissingen en daar aan kapitein Cornelis Bastiaensen werd meegegeven, maanden nadat deze met zijn schip was opgebracht in Suriname. Alle andere post die met deze schipper werd verstuurd heeft als datum januari 1672 en deze brief werd drie maanden later gepost. Ook staat de dubbele datum 17/27 april vermeld. Dat valt te verklaren omdat de Engelse tijdrekening destijds tien dagen vooruitliep op die in de Republiek. De briefschrijver hield daar dus rekening mee en noteerde zowel de Nederlandse als Engelse datum.

William Cowell en Peter Cooper
Een Engelse scheepskapitein die was getrouwd met Susanna Cowell.[1]
Van Peter Cooper zijn geen gegevens gevonden.

David Kemp
Op 16 oktober 1672 wordt David Kemp benoemd tot diaken in de kerkenraad van de Nederduitsch-Gereformeerde Gemeente in Middelburg. Op 18 september 1676 en later nogmaals op 17 januari 1683, 19 januari 1686 en 21 januari 1691 volgen benoemingen tot ouderling. Hij heeft deze functie wellicht voor vier maal een periode van vier jaar verricht.[2] Bij resolutie van de Staten van Zeeland van 22 april 1684 ontving Kemp als appointé (oude en/of invalide militair) een uitkering tot aan zijn overlijden. Op 26 juli 1691 wordt David Kemp begraven. Hij was toen woonachtig op de Wal in Middelburg.[3]

Noten
[1] Zie de brief van 5 januari 1672 van Susanna Cowell aan David Kemp: TNA, HCA 30 1059 I, David Kemp Middelburg 5 januari 1672 ENG.
[2 F. Nagtglas, De algemeene kerkeraad der Nederduitsch-hervormde gemeente te Middelburg van 1574-1860 (Middelburg 1860) 82-84, 159.
[3] ZA, toegang 508, Rekenkamer C, inv. nr. 13120-13190 en toegang 511, Rekenkamer D, inv. nr. 59471.


Bij deze context horen de volgende brieven: