Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

SK-A-22Slag bij Terheijde, 10 augustus 1653, schilderij van Jan Abrahamsz. Beerstraten, ca. 1653-1666, Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-22De heer W. raadslid van het High Court of Admiralty te Whitehall in Londen, lichtte op 2 december 1656 de Raad in over de vorderingen in de rechtszaak rondom het schip, genaamd de Kleine Hulk van Hans Platts. Op bevel van de beschermheer [Lord Protector] van de Raad en op basis van de akte van de ambassadeur te Nieuwpoort, werd dit schip, met al zijn goederen, tuigage toebehoren en bemanning vrijgegeven door het Hof van Admiraliteit. Het schip werd ontslagen van rechtsvervolging en de rechters van het Hof van de Admiraliteit droegen de functionaris van de prijsgoederen (degene die schip en goederen beheerde en sorteerde voor de vendu) en al degenen die deze uitspraak aanging op hiervan kennis te nemen en ernaar te handelen.

De Eerste Engelse Oorlog (29 mei 1652 – 8 mei 1654)
De positie van de Nederlanders in de wereldhandel en met name de overname van de Engelse handel op Spanje en Portugal zette in Engeland kwaad bloed ten opzichte van de Republiek. Hoewel de Republiek de wereldhandel domineerde, was de kracht van de Engelse zeemacht in deze jaren wel gegroeid.
Om de Nederlandse macht te breken werd de Navigation Act (1651) aangenomen die verplichte om alle handel van en naar de Engelse koloniën en van en naar Engeland door Engelse schepen te laten vervoeren, waardoor de Nederlanders buitenspel werden gezet. Engelse kaperschepen brachten in korte tijd 140 Nederlandse schepen op die op de Amerikaanse koloniën handelden.
Het vlagincident bij Dover tussen luitenant-admiraal Maarten Harpertszn.Tromp en de Engelse generaal-ter-zee Robert Blake in mei 1652 leidde uiteindelijk tot het begin van de oorlog die door Engeland aan de Republiek werd verklaard.
Diverse zeeslagen volgden, waaronder de Slag bij Plymouth, de Slag bij de Hoofden, de Slag bij de Singels, de Zeeslag bij Livorno, de Slag bij Ter Heijde, de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Driedaagse Zeeslag, waarbij de Engelsen uiteindelijk het meeste voordeel behaalden. Voor beide landen betekenden de oorlog vooralsnog vooral een enorme dreun voor de overzeese handel en daarmee voor beide een financiële catastrofe.
Op 15 april 1654 werd de oorlog afgesloten met het tekenen van het Verdrag van Westminster, waarin de geheime clausule de Akte van Seclusie was opgenomen. De Republiek beloofde daarin nooit de zoon van de aan het huis van Stuart verbonden Willem II tot stadhouder te benoemen. De latere Karel II was immers de politieke opponent van de zittende Cromwell, maar ook de staatse facties onder aanvoering van Johan de Witt, kwam het wegblijven van een stadhouder uit het huis van Oranje politiek goed uit.

Literatuur
*J.R. Bruijn, The Dutch Navy of the seventeenth- and eighteenth centuries (Columbia (South Carolina), 1993).
*A. Doedens, Liek Mulder, Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).

Noten


Bij deze context horen de volgende brieven: