Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

Rede ParamariboDe rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuw

Lourens Menis schrijft op 28 december 1671 uit Suriname aan Pieter van Rhee en Abraham van Pere, patronen van de kolonie Rio Berbice in Vlissingen, en deelt mee dat zijn laatste brief dateert van 12 december 1671.
Via Cornelis Bastiaense stuurt hij een oxhoofd suiker. Meer is door betalingsproblemen met debiteuren niet mogelijk.
Het verbaast hem dat zijn voorganger wijlen Van den Broecke geen obligaties van debiteuren heeft verlangd. Er zijn er die ontkennen iets van Van den Broecke te hebben gekocht en bereid zijn dat onder ede te verklaren. Een eed betekent hier evenwel niets voor een Engelsman, waarmee Suriname op dat moment nog grotendeels bevolkt is.
Ook per Cornelis Berg(he) heeft hij suiker verscheept. Zes dagen eerder is De Bijcorf aangekomen. Jan Andriessen, tien dagen eerder dan De Bijcorf vertrokken, is nog niet gearriveerd. Hij hoopt dat Andriessen brieven van de geadresseerden mee zal brengen (deze zou op oudejaarsdag 1671 alsnog aankomen).

Claes Raes en Jan Dimmessen zijn tien dagen eerder uit Angola aangekomen met 300 à 400 slaven, die tegen hoge prijzen verkocht zijn doordat er een groot gebrek aan slaven is geweest, het land is nog slechts voor driekwart van het, volgens hem, benodigde aantal slaven voorzien.

Abraham van Pere
Dr. Abraham van Pere († 1710) was raad in Vlissingen in de periode 1651-1683 [1] en schepen van Vlissingen in de jaren 1653, 1654, 1661-1665, 1668-1673.[1] In 1677 werd hij namens Tholen gecommitteerde in de Provinciale Rekenkamer van Zeeland en vanaf 1687 namens Vlissingen.[2]

Pieter van Rhee
Pieter van Rhee legde op 22 november 1653 de eed als poorter van Vlssingen af.[3] Hij was in 1664 raad in Vlissingen. [1] Hij was in de jaren 1670-1672 brede geërfde in Vlissingen, Westwatering.[4]

Jan Andriessen
Jan Andriessen, schipper/commandeur op het schip Aerdenburch was leverancier van goederen voor het garnizoen te Paramaribo. Er bestaat een rekening van hem voor leverantie van vlees ten dienste van het garnizoen volgens ordonnantie van 16 februari 1671. Een rekening gericht aan Geleijn Blonckebijle bevindt zich in de archieven van Rekenkamer C van het Zeeuws Archief: Aan Geleijn Blonckebijle, koopman te Vlissingen, boekhouder van de Biekorff van schipper Jacob Soetelinck en van het schip Fort Zeelandia, voor transport van vivres en ammunitie en voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 17 december 1672. [5]
 
Cornelis Berghe
Cornelis Berghe, schipper van het schip Poelwijck, van wie Zeeuwpost twee brieven van 8 respectievelijk 14 januari 1672 aan zijn vrouw Elisabeth Frans in Vlissingen bevat.[6]

Van den Broecke

Sluis Palmeniribo RP-T-1905-106 Sluis op de plantage Palmeniribo te Suriname, tekening Dirk Valkenburg, ca. 1708, collectie Rijksmuseum, Amsterdam, RP-T-1905-106Blijkens de brief is de overleden Van den Broecke de voorganger van Lourens Menis als agent in Suriname voor verkoop en inkoop van handelswaar. Over hem is verder geen informatie gevonden.

Jan Dimmesen
Van Jan Dimmesen (in de brief Diemsen) zijn uit database slavevoyages drie reizen bekend: in 1668 met het schip Zeven Gebroeders van Cap Lopez naar Suriname, in 1670 met hetzelfde schip van Loango naar Suriname en in 1672 van Malembo naar Suriname (nrs. 44277, 44134 respectievelijk 44148). Jan Dimmesen, laatstelijk gewoond hebbende aan de Kinderdijk te Middelburg, werd aldaar begraven in de Sint Pieters- of Oude Kerk op 14 maart 1675.[7] 

Dobbelmutz
Deze schipper wordt als Laurens Francque Dubbeldemuts genoemd in de brief van 29 december 1671 van Nicolaas Combe uit Suriname aan Adriaan Liefhebber in Middelburg.[8]

Claes Raes
Claes Raes arriveerde in 1671 uit westelijk centraal Afrika in Suriname met het schip Goude Poort. Eerdere reizen waren in 1662 met het schip Vrede uit Loango naar het Frans Caribisch gebied, in 1665 met het schip Diamant uit Loango naar Basse-Terre, in 1669 uit Hellevoetsluis via Mpinda naar Suriname. Een latere reis was in 1675 met het schip Goude Poort uit Loango naar Suriname.[9] Hij werd op 2 maart 1677 in de Nieuwe Kerk te Middelburg begraven.[10] 

Berbice
Berbice, in het adres van de brief Rijo de Berbijcie, was in de 17de en 18de eeuw een Nederlandse kolonie aan de noordkust van Zuid-Amerika, gelegen aan de Rio (rivier) Berbice. In 1602 kreeg de vader van Abraham, Jan van Pere, van de Staten-Generaal van de Nederlanden een octrooi om naar de rivier Berbice te varen en aldaar een kolonie te stichten. Dit octrooi werd door Abraham in 1627 gebruikt om daadwerkelijk een plantage, voor onder andere suiker en tabak, en de nederzetting Berbice te stichten.
In een later stadium ontstond een conflict met de West-Indische Compagnie (WIC), die een monopolie kreeg op de handel met West-Indië. Hierdoor zou Van Pere geen handel meer kunnen voeren met de goederen uit zijn plantage. Dit werd opgelost door de plantage in erfleen van de WIC te stellen. Hierdoor bleven Van Pere zijn inkomsten uit de plantage behouden.[11]

Literatuur
*P.M. Netscher Geschiedenis van de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice, van de vestiging der Nederlanders aldaar tot op onzen tijd. Utrechtsch genootschap van kunsten en wetenschappen (’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff 1888).
*Jan Jacob Hartsinck Beschryving van Guiana, of de wilde kust in Zuid-America, betreffende de aardrykskunde en historie des lands … de bezittingen der Spanjaarden en Portugeezen en voornamelyk de volkplantingen der Nederlanderen  (Amsterdam: Gerrit Tielenburg 1770).

Noten    
[1] Jona Willem te Water: ‘Naamlysten van de edele achtbaare regering van Vlissingen, bailjuwen, burgemeesters, schepene, raade enz. .....’ (1767) in: Bibliotheek Van der Os E Biblnr. 19.
[2] ZA, 2 Staten van Zeeland en Gecommitteerde Raden, (1574) 1578-1795 (1799) inv. nr 1670 f. 146.
[3] ZA, toegang 7387, Familie van der Swalme, 1772-1848, inv.nr. 5675.
[4] C. de Waard, Inventaris van de archieven der besturen van het eiland Walcheren 1511-1870 (Middelburg 1914) bijlage VI, 801.
[5] ZA, Rekenkamer C, inv. nr. 1420, folionrs. 275v en 276r en acquitten, inv.nr. 1424a.
[6] TNA HCA 30 1059 I_huisvrouw van Cornelis_Berghe_Nieuwe Walstraat_Vlissingen_14januari1672 en HCA 30 1059 I_huisvrouw van Cornelis_Berghe_Nieuwe Walstraat_Vlissingen_8januari1672.
[7] https://www.slavevoyages.org/ reisnrs. 44147, 44236, 44257, 44119 resp. 10156.
[8] TNA, HCA 30, inv.nr. 1059 I, Adrian Liefhebber kapitein Middelburg 29 december 1671.
[9] https://www.slavevoyages.org/ reisnrs. 44277, 44134 respectievelijk 44148.[10] ZA, toegang 511 Rekenkamer D, inv.nr. 59331 Begraaflijst Middelburg 1677.
[11] Herman Daniël Benjamins en Joh. F. Snelleman (red.) Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië (Den Haag/Leiden 1914-1917) 334.

Bij deze context horen de volgende brieven: