Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

RP P 1920 2671(A)Zeeslag tijdens de Tweede Engelse Oorlog, prent Wenceslaus Hollar, 1666, Collectie Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1920-2671(A) Samenvatting inhoud brief
Sara Kien, de in Middelburg woonachtige vrouw van Willem Hutson schrijft hem op 16 april 1665 een brief. Hutson zit als constabel (degene die toezag op de bediening en het onderhoud van het geschut aan boord) aan boord van De Boom der Liefde van kapitein Wellebort (Willebrord) Bese, die de opmerkelijke indiaanse bijnaam Witte Kouse droeg. Ze laat weten samen met haar zoon en vrienden nog in goede gezondheid te verkeren. Hun zoon, Prisken, is inmiddels tot een el of voet lang gegroeid. Hij is juist gespeend en op het moment van schrijven stil, terwijl hij anders continu om zijn vader schreeuwt. Lou de Potter is gelijk met Hutson vertrokken, maar volgens Sara al tweemaal thuisgekomen, waarvan op 14 april met een mooi nieuw fluitschip geladen met een vracht laken en serge (een fijne wollen gekeperde stof) en staat op het punt opnieuw te vertrekken. Sara betreurt dat zij nog geen post van haar man heeft ontvangen, vooral omdat hij net zo goed kan schrijven als de bottelier, wiens vrouw al post ontvangen heeft. Zelf heeft Sara al vijf brieven aan Willem geschreven omdat ze meer van hem houdt dan hij van haar. Over acht dagen zal het biddag zijn. Daarna zal de vloot uitvaren en Sara bid dat de Republiek de overhand op de Engelsen zal hebben. Ze heeft begrepen dat er waarschijnlijk een zeeslag in de Noordzee zal volgen.

RP P OB 81962Zeeslag bij Lowestoft tussen de Nederlandse en Engelse vloot, 13 juni 1665, prent, Petrus Johannes Schotel , Collectie Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-OB-81-962 De eerste zeeslag van de oorlog vond plaats op 13 juni 1665 bij Lowestoft en eindigde in een Engelse overwinning. Van de 103 Nederlandse schepen gingen er 17 verloren, waaronder het vlaggenschip de Eendragt.

Sara Kien en Willem Hutson
Op 26 september 1711 wordt een Sara Kien uit het rasphuis in Middelburg begraven.[1] In het rasphuis zaten gedetineerden die te werk werden gesteld om Braziliaans hardhout te raspen, waaruit men kleurstof voor het verven van laken verkreeg. Wie dakloos was kon hier echter ook belanden. Als dit de brierschrijfster Sara Kien betreft zal zij in 1711 vermoedelijk tussen de 65 en 70 jaar oud zijn geweest. Dat Kien een echte Zeeuwse is blijkt uit woorden zoals 'eele dagen' (dagelijks) en 'eel soete' (heel lief).

Op 1 oktober 1707 wordt de 21-jarige Willem Hutson als poorter van Veere ingeschreven. Hij zal de (klein?)zoon van Willem Hutson sr. zijn geweest.[2]

Literatuur
*Gijs Rommelse, The Second Anglo-Dutch War (1665-1667). Raison d’état, mercantilism and maritime strife (Hilversum, 2006).
*A. Doedens, Liek Mulder, Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).

Noten
[1] ZA, toegang 511, Rekenkamer D, inv.nr. 59671.
[2] ZA, toegang 2000, OASV, inv.nr. 921, Poorterboek Veere 1666 juni 19-1809 juli 15

Bij deze context horen de volgende brieven: