Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Samenvatting inhoud brief

Bordeaux RP-F-2001-7-1540-27 De haven van Bordeaux, ca. 1840, prent door Friedrich Salathé, collectie Rijksmuseum Amsterdam, RP-F-2001-7-1540-27. Steven Jorissen schrijft zijn vrouw Cornelia Sens op 22 januari 1666 vanuit de haven van Bordeaux. In verband met de Tweede Engelse Oorlog proberen ze met een konvooi naar Oostende te komen. De lading daarvoor wordt op het moment van schrijven ingeladen. Graag had Steven de kinderen wat kastanjes en noten toegestuurd en ook wat rogge, maar het is in verband met de oorlog te gevaarlijk. Zodra Steven in Oostende is zal hij deze cadeautjes alsnog opsturen. Steven heeft van zijn vrouw 222 Pond Vlaams (1.332 gulden) ontvangen en is van plan daar wijn voor in te kopen. Steven heeft op de heenweg vanaf Oostende 8 Pond Vlaams (48 gulden) aan zijn vrouw Cornelia verstuurd, en hoopt dat deze aangekomen zijn. Mocht dat niet het geval zijn dan moet Cornelia naar Oostende schrijven op naam van schipper Klenken van het schip de Graaf van Vlaanderen. Jorissen verwacht over een week geladen te zijn maar pas vanaf Oostende weer te kunnen schrijven. Hij laat Sentynken, Toniken (Tanneke) en h[A]bygel (Abigael) een kus geven door zijn vrouw en wenst zijn vrienden en kinderen een goede nacht.

Steven Jorissen
Steven Jorissen doet in december 1647 belijdenis in de Nederduitsch-gereformeerde kerk in Vlissingen, in zijn 'jonge jaren' heeft hij de doop al ontvangen. Waarschijnlijk is Jorissen ergens tussen 1620 en 1630 geboren. Hij woont dan nog in de Klovenierstraat, maar zal later dus naar de Lange Zelke verhuizen.[1]

Literatuur
*J.R. Bruijn, The Dutch Navy of the seventeenth- and eighteenth centuries (Columbia (South Carolina), 1993).
*Gijs Rommelse, The Second Anglo-Dutch War (1665-1667). Raison d’état, mercantilism and maritime strife (Hilversum, 2006). 
*A. Doedens, Liek Mulder, Nederlands-Engelse oorlogen. Door een zee van bloed in de Gouden Eeuw, 1652-1674 (Zutphen, 2016).

Noten
[1] ZA, DTBL Vlissingen 22 (NG Lidmatenregister 1634-1654), K 482, folio 231.

Bij deze context horen de volgende brieven: