Inhoud brief
Gouverneurshuis te Colombo, ca. 1775, penseel op papier, C. Steiger, collectie Rijksmuseum, Amsterdam, RP-T-1902-A-4671De brief van Spiering en Raket is gericht aan de ouders van Jantje Raket. Op 11 september 1780 was hun zoon, samen met zijn oppasser Schagt, per schip vanuit Colombo gearriveerd in Vlissingen om op kostschool te gaan. De ouders hadden ook gedetailleerde schriftelijke aanwijzingen verstrekt, hoe zij hun kind behandeld willen zien worden. De irritatie van de heer Spieringh blijkt duidelijk hierover in de brief. De beschrijving door de ouders van hun kind kwam namelijk in het geheel niet overeen met de ervaringen van de schrijver. De jongen bleek een wild en woest karakter te bezitten en een flinke achterstand in het spellen te hebben opgelopen. De oorzaak hiervan wordt door de schrijver duidelijk bij de tot dan toe veel te toegeeflijke opvoeding gelegd. Ook geeft hij aan dat zij op school echt geen voorschriften van de ouders nodig hebben om het veel beter aan te pakken. Door een strenge aanpak hebben ze de jongen snel gewend aan orde en regelmaat, waarbij het onderwijs voorop staat. Zodra zijn leesvaardigheid op peil is, zal hij naar Delft gestuurd worden voor verdere studie. Daarna volgt een verantwoording van de uitgaven. Een meid is aangenomen voor de onderhoud van de kleding. De ouders krijgen opdracht om textiel op te sturen om ontbrekende nacht- en onderkleding te kunnen laten vervaardigen. Met het schip meegestuurde voeding en drank wordt genoemd, blijkbaar is de wijn in opdracht van de heer Raket verhandeld. De verantwoordelijkheid voor het afmeten van de juiste hoeveelheid wijn wordt door de schrijver als belachelijk van de hand gewezen. Ook de verkoop van greijnen en kaarten wordt teruggewezen naar de heer Raket. Een aantal financiële transacties zijn verricht ten behoeve van de heer Raket. Tot slot worden gedetailleerde instructies voor het opsturen van lammerinde en limoensap gegeven.
De schuldbekentenis van onderkoopman Johannes Hoogerwaard behandelt een wissel van koopman Jan Bierman van 2.792 gulden en 8 stuivers, welke som bij aankomst in Colombo aan Daniël de Bock overhandigt moeten worden. In geval Hoogerwaard zal overlijden zal dit geld uit zijn nalatenschap aan De Bock toekomen.
De handelsfirma's van Spieringh en Raket
Plattegrond van Vlissingen omstreeks 1740, tekening A. ter Meer Derval, Den Haag, 30 augustus 1931, Gemeentearchief Vlissingen, HTA 2041.
Daniël de Bok
De Vierde Engelse Oorlog in India
Literatuur
- J.R. Bruijn, F.S. Gaastra en I. Schöffer, Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume III, Homeward-bound voyages from Asia and the Cape to the Netherlands (1597-1795) (Den Haag, 1979).
- Femme S. Gaastra, De geschiedenis van de VOC (Zutphen, 1991).
- Els M. Jacobs, Koopman in Azië. De handel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie tijdens de 18e eeuw (Zutphen, 2000).
- Frank Lequin, Het personeel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Azië in de 18e eeuw, meer in het bijzonder in de vestiging Bengalen (Alphen aan de Rijn, 2005).
- Bauke van der Pol, De VOC in India. Een reis langs Nederlands erfgoed in Gujarat, Malabar, Coromandel en Bengalen (Zutphen, 2011).
- Om Prakash, The Dutch East India company and the Economy of Bengal, 1630-1720 (Princeton, 1985).
- Johan Francke, 'Het heeft ons ten uiterste leed gedaan ... met geene uwer edeles letteren verheugd te hebben mogen worden'. De briefwisseling van VOC-onderkoopman Gregory Herklots (1739-1789) vanuit Bengalen met zijn familie in Middelburg', in: Indische letteren Themanummer: Vier eeuwen Zeeuwen in Azië 33/2 (2018) 221-235.
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: