Inhoud brief
Tekening van een op waterkracht aangedreven suikermolen uit 1672, foto: J. Francke, mei 2017, bron: TNA, HCA 30, inv.nr. 1058Sinds zijn laatste brief van 6 december 1671, die hij van Lourens Dubbeldemuts ontving, heeft Cornelis Bergh nog geen antwoord ontvangen. Er liggen tot zeven schepen te laden met onder andere kapiteins Claeis Raas en Jan Dimmesz. De zaken gaan zeer slecht in Suriname. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de verkoop van de slaven door beide kapiteins, die contante betaling eisen, omdat de meeste plantagehouders alleen met schuldbekentenissen kunnen betalen. Ook de vrachten worden voor bodemprijzen van drie duiten per vracht(eenheid) ingescheept. Na de dood van secretaris Bolle heeft Berghe nog maar acht oxhoofden suiker ontvangen om aan de bewindhebbers in Middelburg retour te sturen. Hoewel het schip al zeer afgeladen is, wil Berghe daarom op eigen initiatief binnen tien dagen naar Essequebo gaan. Hij hoopt daar meer suiker en ook verfhout te kunnen laden, er is weinig aanvoer daarvan in Suriname.
De WIC kamer Zeeland in Middelburg
Cornelis Bergh
Berghe schrijft Essequebo op als IJsekepe. Kennelijk heeft hij het woord nog niet eerder gelezen zodat hij het fonetisch weergeeft. Dat duidt er op dat deze man geen ambtelijk werk verricht of daarin pas nieuw is.
Bronnen
Literatuur
- G.W. van der Meiden, Betwist bestuur. De eerste bestuurlijke ruzies in Suriname, 1651-1753 (Amsterdam, 2008).
- John H. de Beye, Torarica, de oude hoofdstad van Suriname (Zutphen, 2017).
- F. Dikland, Zeeuwse archivalia uit Suriname en omliggende kwartieren 1667 – 1683 (2003).
- F. Oudschans Dentz, 'De herkomst en betekenis van Surinaamse plantagenamen', in: De West-Indische Gids 26/nr. 1 (1954) 147-180.
- Tobias van Gent, et al.,Zeeuwse zeehelden. Uit de zestiende en zeventiende eeuw (Vlissingen, 2012).
Sites
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: