Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

De rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwDe rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwClerq arriveerde op nieuwjaarsavond in Suriname en schreef Jacobus Couck op 9 januari 1672 vanaf het schip Aardenburg voor de rede van Paramaribo. Het water was gerantsoeneerd tot een pint per dag, een gelijke hoeveelheid als Jacobus wijn drinkt in de Republiek. Hij vraagt zijn vrienden in Middelburg daarom bij het drinken daarvan eens te denken aan alle reizigers die soms in gebrek moeten leven. Over de opbrengst van de goederen kon hij nog niets te zeggen, ze lagen nog in het ruim van het schip. Hij hoopte op een goede prijs, zodat hij zich er bij thuiskomst op verheugde van de opbrengst te genieten en het water eens mogen mengen met een weinigh wijn. Hij deed de groeten aan alle vrienden en juffrouw Catharina Coene en hoopte op veel brieven met de komende schepen en een blijvende vriendschap.

Jacobus Couck

Pieter Clercq

Suriname

Een expeditie onder de Zeeuwse vlootvoogd Abraham Crijnssen had op 25 februari 1667, tijdens de Tweede Engelse Oorlog, Suriname op de Engelsen veroverd. Fort Willoughby werd omgedoopt in fort Zeelandia. Nog in diezelfde oorlog viel Suriname weer in Engelse handen, maar bij de Vrede van Breda werd de kolonie (in ruil voor Nieuw Amsterdam/New York) aan de Nederlanders toegewezen. Omdat de Engelsen zich niet aan het verdrag hielden ging Crijnssen opnieuw naar Suriname en daar veroverde hij in april 1668 de kolonie opnieuw voor de Zeeuwse admiraliteit. Het fregat Aardenburg was actief tijdens de Tweede Engelse Oorlog toen het op gezag van Crijnssen een partij suiker vanuit Suriname naar de Republiek vervoerde.[1]

Bronnen

Literatuur

Sites

Noten

  1. Ruud Paesie, 'Abraham Crijnssen en de verovering van Suriname', in: Zeeuwse zeehelden, 123-125

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: