Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

Nieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwNieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwDit is de eerste brief van Nicolaas Combe aan Jan Vans. De aanleiding is het overlijden van Joost Bonte op 24 december 1671 als gevolg van de 'roijloop'(rode loop). Na tegenstribbelen en alleen op uitdrukkelijk verzoek van Bonte is Nicolaas executeur testamentair geworden, nadat commandeur Versterre had geweigerd. Als voorwaarden hierbij heeft Combe hierbij gesteld, dat nog te arriveren scheepsladingen voor Bonte, niet afgehandeld zullen worden door hemzelf. Ook is er een tweede executeur benoemd en dat is Thomas Adelburgh geworden. Uiteindelijk bleek schipper Jan Andriesen nog een grote scheeplading voor Bonte mee te brengen en vele brieven die Combe samen met Adelburgh doornam. Door de gouverneur werd Van Ruijven aangesteld als verantwoordelijke voor de verkoop van de goederen. Hij ontving daartoe alle documenten. De boedel van Bonte was nog niet geïnventariseerd, maar boeken en goederen werden door Combe in kisten verpakt en de sleutels daarvan aan de chirurgijn gegeven. Het niet inventariseren kwam doordat de secretaris van het gouvernement voortdurend stroomopwaarts in Torarica verbleef. De suikeroogst bestaande uit 20,5 oxhoofden suiker zou met schipper Cornelis Bastiaensen in het schip Fort Zeelandia naar de huisvrouw van Bonte worden verstuurd en moest daarna door Jan Vans verdeeld woren aan de vrienden. Combe geeft daarna een persoonlijke noot door te melden dat hij het kopen van een plantage door Bonte een 'zottigheid' noemt omdat men immers aan de koophandel genoeg zorgen heeft. Bonte haalde daarmee veel te veel werk op zijn dak. Combe zal echter trachten de plantage zo goed mogelijk voor de weduwe en kinderen van Bonte te verkopen, al wil Thomas Adelburgh zijn deel van de plantage vooralsnog niet verkopen. De suikermolen is naar de timmerman toe gegaan. Het aantal slaven is onvoldoende om de plantage te beplanten.

Jan Vans

Nicolas Combe

Nicolaas Combe (ca. 1650-1691) was waarschijnlijk afstammeling van Franse Hugenoten, en getrouwd met Anthoinette d'Outreleau, mogelijk familie van de predikant Louis d'Outreleau an de Waalse kerk te Middelburg. Hij werd in 1667 door kapitein Dubois uit Berbice, nu deel van (Brits) Guyana, gehaald om secretaris te worden van Abraham Crijnssen. Hij werd vervolgens commies van de vivres en ammunitie en daarna ontvanger-generaal van 's Lands middelen. Dat hij mogelijk van Franse afkomst is wordt afgeleid van het feit dat hij zijn brieven in het Frans schrijft.

Abraham Crijnssen had tijdens de Tweede Engelse Oorlog als commandeur Fort Zeelandia in februari 1667 Suriname veroverd op de Engelsen. Hij ging verder met oorlog voeren op Tobago, Sint Eustatius, Martinique en Nevis en voer zelfs door tot Virginia. Daar in de monding van de Jamesrivier veroverde hij een vloot van schepen volgeladen met tabak. Nicolaas Combe was een heel ander type man dan Abraham Crijnssen. In een door oorlog verscheurd Suriname, dreigden Indianen de suikerrietplantages in brand te steken en vele plantage-eigenaren dachten eraan om weg te trekken. Om het tij te keren en ook om zijn eigen plantages niet ten onder te laten gaan, richtte Combe zich op het besturen van het land. Door zijn ambten en zijn striktheid was hij niet erg populair. Hij meldde verschillende corruptiezaken: Gouverneur Johannes Heinsius had hem al in geen vier jaar loon betaald, maar hij inde zelf wel diverse belastingen; kapitein Dubois werd beschuldigd van diefstal; en eerder werden ook de kwalijke praktijken van gouverneur ad interim Pieter Versterre al gemeld.

Na twaalf jaar dienst legde hij zijn ambt in de kolonie neer. Combe lijkt een godsdienstig man te zijn geweest: in 1669 werd hij de eerste diaken in de Hervormde Kerk en in 1690 volgde zijn benoeming tot kerkmeester. In dat jaar werd hij ook Commissaris van de desolate boedelkamer. Hij overleed in Paramaribo in 1691. In Paramaribo is een wijk Combé naar hem genoemd. Eerder was daar de plantage Combé die rond 1800 werd verkaveld, waarna de eerste huizen werden gebouwd. Er bestaat ook nog steeds een Kleine- en Grote Combéweg. Zijn vrouw Antoinette hertrouwde in 1692 met Johannes van Dijk.[1]

Bronnen

Literatuur

Sites

Noten

  1. Suriname.nu, Nicolaas Combe en wiki Nicolaas Combe

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: