Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

Rede ParamariboDe rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwOp 8 januari 1672 stuurt Jacob Antonissen zijn zus Neeltje in de Schoolstraat in Vlissingen een brief. Na de beleefdheidsuitwisseling over het wensen van een goed nieuwjaar en veel gezondheid en de goddelijke voorziening dat iedereen nog behouden is meldt hij dat het nog onbekend is hoe lang de reis nog duren zal. Het schip is de 22ste december in Suriname gearriveerd en het is nog niet bekend wanneer het schip weer vertrekken zal. Jacob hoopt dat hij vijf tot zes maanden nadat zijn zus de brief ontvangt terug zal zijn in Vlissingen. Jacob Antonissen is een erg gelovig man. In bijna alle zinnen zijn wel verwijzingen naar de goddelijke wilsbeschikking terug te vinden. In de brief zat nog een andere brief die gericht was aan een zeer nabij bekende joudich van zijn zus. Hij groet haar man Joris en Van Eerten. Indien zij evenwel overleden blijkt te zijn moet Neeltje de brief niet afgeven. Loureijs (Lourens) laat via deze brief weten nog in goede gezondheid te zijn. Jacob sluit af met te melden dat hij zijn tante of stiefmoeder Maeijken ook een brief zal sturen.

De brief is waarschijnlijk eerst meegegeven aan P.H. Coorne, maar later aan boord van het schip Fort Zeelandia van Bastiaen Cornelissen terechtgekomen.

Jacob en Neeltje Antonissen

Over Jacob Antonissen en zijn moeder Maeijken Jacobs is weinig bekend.[1] Het enige wat we weten is dat hij een zusje, genaamd Neeltje heeft die in de Schoolstraat in Vlissingen woont. Deze lag op minder dan tweehonderd meter van het huis van zijn moeder parallel aan de Bierkaai (zichtbaar onderaan de plattegrond). Deze informatie komt uit andere brieven die Jacob schrijft. De bebouwing rondom de toenmalige Westdijk is nu geheel anders, de Westdijk zelf heet nu Boulevard de Ruyter. Jacobs broer Jan (of wellicht diens zoon) komt op 30 maart 1709 voor als bottelier op 's lands hoeker Blikkenburgh.[2]

Westdijk Vlissingen plattegrondMaaike Jacobs woonde achter de Westdijk in Vlissingen. Deze lag ten westen van de Gevangentoren van de stad, tekening n.a.v. een plattegrond uit ca. 1750, Gemeentearchief VlissingenDat Jacob Zeeuws is blijkt uit het schrijven van diverse woorden zoals haen (aan) en sin, uitgesproken als 'zien' (zijn).

Literatuur

Noten

  1. Brief van Jacob aan Neeltje Antonissen in de Schoolstraat in Vlissingen, 8 januari 1672
  2. P.F. Poortvliet, De bemanningen der schepen van de Admiraliteit van Zeeland 1710-1719 (Middelburg, 1995-1997) nummer 53292.

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: