Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

De rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwDe rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwJannis van Bambeke laat op 8 januari 1672 aan François Christiaansen weten zijn brief ontvangen te hebben en met leedwezen van het overlijden van diens vader kennisgenomen te hebben. Hij meldt zijn best te doen nog iets gedaan te krijgen in verband met het verlies van de obligaties van Marinus Stoop door Christiaansen. Ondertussen heeft hij 50 oxhoofden suiker ingescheept in het schip Poelwijck van Cornelis Berger. Hij heeft hier echter meteen problemen gekregen met een contrarekening van 180 pond vlees tegenover zes pond suiker het pond. Hij heeft daarover een zaak voor het hof aangespannen en werd veroordeeld het vlees tegen vijf pond suiker te betalen. Hij beweert vervolgens dat hij nog geen betaling (van Stoop?) voor overige goederen kan verwachten omdat dezer nog allerlei schulden uit zou hebben staan en de gouverneur de Joden in de kolonie te vriend wil houden, waardoor hij nog zeker vier maanden op zijn inkomsten moet wachten. Van Bambeke zal in de tussentijd echter trachten zo goed mogelijk zijn voordeel te doen in de kolonie.

Jannis van Bambeke

Van het echtpaar Jannis en Maria is zo goed als niets bekend. Maria van Bambeke werd op 22 januari 1693 begraven in Middelburg. Ze was op dat moment niet meer woonachtig in de Nieuwstraat maar op de Dam.[1] Daar woonde vermoedelijk Jannes' broer Philippus van Bambeke, zoals blijkt uit een brief die dezelfde dag aan hem werd geschreven.[2] Eerder woonde de vader van Jannes daar.[3]

Familie Christiaansen

De familienaam Christiansen wordt op verschillende manieren geschreven zoals: Christiansen Christiaensen, Christianse of Christiaansen. François is een zoon van Cornelis (die ergens in het jaar 1671 overleed) en Elisabeth de la Rue. Hij werd geboren in Middelburg in 1649 en bij zijn overlijden in 1709 werd als adres de Rouaansekaai te Middelburg opgegeven.[4] Hij werd als diaken van de Nederduits Gereformeerde Gemeente benoemd op 9 oktober 1675, hoewel er op 13 februari 1689 nogmaals iemand met dezelfde naam als diaken werd benoemd.[5] Over Cornelis en zijn vrouw is niet veel te vinden en het lijkt erop dat zij slechts een kind, François, hebben gekregen. Er zijn twee gevallen waarbij een Cornelis Christiaansen werd ingeschreven als diaken van de Nederduits Gereformeerde Gemeente te Middelburg. De eerste op 24 september 1660 en de tweede op 19 oktober 1664[6] De brieven die Nicolas Combe schrijft aan zowel François als aan de weduwe van Cornelis hebben beide dezelfde tekst op de envelop staan. Behalve naam en stad staat een deel van de verzonden handel beschreven. De brief die Jannis van Bambeke stuurde naar François was eveneens aan de Rouaansekaai in Middelburg gericht.

Literatuur

Noten

  1. ZA, Rekenkamer D, inv.nr. 59491 via:Zeeuwengezocht.nl
  2. Brief aan Philippus van Bambeke, 8 januari 1672.
  3. Brief van Jannes aan zijn vader Philippus, 8 januari 1672
  4. ZA, Rekenkamer D, inv.nr. 59651
  5. F. Nagtglas, De algemeene kerkeraad der Nederduitsch-hervormde gemeente te Middelburg van 1574-1860 (Middelburg 1860) 159, 161.
  6. F. Nagtglas, De algemeene kerkeraad der Nederduitsch-hervormde gemeente te Middelburg van 1574-1860 (Middelburg 1860) 157

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: