Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brieven

Nieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwNieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwAugustinus Brun schreef op 12 januari 1672 vanuit Santpunt in Suriname twee brieven aan de koopman Jacobus Alleijn in Middelburg. De eerste brief bevat, naast wat uitwijdingen over gearriveerde en vertrokken personen, financiële transacties en verscheepte suiker, interessante informatie over het cargeren. Cargeren is het duurder maken van uit het vaderland aangevoerde (luxe)producten door de kooplieden. De hoge prijs maakt die producten bijna onverkoopbaar. Hij zoekt steun bij Jacobus Alleijn tegen Josijas Alleijn, die de kostprijs van zijn linten verdubbelt van fl. 3,50 naar fl. 7,50. Hij vindt dat onredelijk en het maakt zijn arbeid om ze te verkopen bij voorbaat onmogelijk. Brun meldt verder de brief van Alleijn van 20 juli ontvangen te hebben en dat op 26 augustus en 6 oktober berichten met kapitein Jan Andriessen binnengekomen zijn waaruit hij begrepen heeft dat Jan Langedijck in Middelburg was gearriveerd. Ook bedankt Brun Alleijn voor het overbrengen van een boodschap aan zijn vrouw. Inmiddels was ook kapitein Jan Soetelinck uit Vlissingen gearriveerd. Deze was weliswaar tien dagen later dan Andriessen vertrokken uit Zeeland, maar toch tien dagen eerder aangekomen. Brun verwacht in mei 1672 naar de Republiek te vertrekken, mits er oorlog uitbreekt, dan verwacht hij er veel langer over te doen. Augustinus Brun meldt dat er in de afgelopen periode vier personen in Suriname zijn overleden, dat zijn: secretaris Jan Bolle, Joost Bonte uit Middelburg, Alexander Artur uit Vlissingen en de Duitser Laurens Mens.

In de tweede brief volgt wederom een aanklacht over het cargeren. Dat is volgens Augustinus buiten alle reeden van de weerelt. Alleen met de grootste inspanning lukt het om de producten te verkopen en ze betaald te krijgen. Ook de vervoersproblemen worden geschetst: te voet of te paard op Santpunt komen is onmogelijk. Ook is het leven duur. Drie slaven kosten 6.000 pond suiker en een kano 1.000 pond suiker. Ook het levensonderhoud voor zowel de slaven als Brun zelf valt duur uit. Hij stelt voor de prijzen te verminderen, maar meldt wel dat het pakje zijden armozijn dat hij via Pieter Lancon ontvangen heeft fraaie van kleur was.

Biografische gegevens Alleijn en Brun

Jacobus Alleijn werd op 8 juni 1691 begraven in Middelburg. Daarvoor woonde hij in het Oude Mannenhuis van de stad.[1]

De Verwerijstraat in Middelburg omstreeks 1900, prentbriefkaart, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 14950De Verwerijstraat in Middelburg omstreeks 1900, prentbriefkaart, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 14950Er zijn enkele andere brieven van Augustinus Brun bekend, deze werden geschreven aan Jacobus Alleijn [2] aan zijn vrouw Cornelia.[3] en aan Hendrik Parker in Vlissingen.[4] Het echtpaar Brun woonde in de Verwerijstraat.

Literatuur

Noten

  1. ZA, 511, Rekenkamer D, inv.nr. 59471.
  2. Brieven van Brun aan Alleijn, 12 januari 1672 brief 1 en brief 2
  3. Brief van Augustinus Brun aan zijn vrouw Cornelia, januari 1672
  4. Brief van Augustinus Brun aan Henricus Parker, 1 januari 1672

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: