Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

De rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwDe rede van Paramaribo in het laatste kwart van de zeventiende eeuwNicolaas Combe bericht op 11 januari 1672 vanuit Suriname aan de weduwe van de voormalige kuiper Isaac Nicasius in Middelburg over haar zoon Andries. Nicolas Combe begint zijn brief met de mededeling dat hij de brief van de weduwe van Isaac Nicasius in goede orde ontvangen heeft via schipper Jan Andriesen. Combe merkt daarbij wel op dat de brief niet gedateerd was. De zoon van de weduwe, Andries Nicasius is na twee maanden vrij man te zijn geweest in 1669 overleden. Nicolas Combe stuurt een verklaring mee welke de moeder van Andries nodig zal hebben om aanspraak te maken op gelden (van haar zoon) die zij kan opvragen bij de Staten van Zeeland. Combe hoopt dat hij haar hiermee voldoende van dienst is geweest. Nicolas Combe voegt nog een tweede schrijven toe waarin hij een verklaring geeft dat de overleden Andries Nicasius in s' lands dienst was als als kuiper voor ongeveer twee jaar en een maand. Met deze verklaring kan de moeder van Andries bij de Staten van Zeeland aanspraak maken op geld dat haar als nabestaande toekomt.

Biografische gegevens Nicolas Combi en familie Nicasius

Nicolaas Combe (ca. 1650-1691) was waarschijnlijk afstammeling van Franse Hugenoten, en getrouwd met Anthoinette d'Outreleau, mogelijk familie van de predikant Louis d'Outreleau an de Waalse kerk te Middelburg. Hij werd in 1667 door kapitein Dubois uit Berbice, nu deel van (Brits) Guyana, gehaald om secretaris te worden van Abraham Crijnssen. Hij werd vervolgens commies van de vivres en ammunitie en daarna ontvanger-generaal van 's Lands middelen. Dat hij mogelijk van Franse afkomst is wordt afgeleid van het feit dat hij zijn brieven in het Frans schrijft.

Abraham Crijnssen had tijdens de Tweede Engelse Oorlog als commandeur Fort Zeelandia in februari 1667 Suriname veroverd op de Engelsen. Hij ging verder met oorlog voeren op Tobago, Sint Eustatius, Martinique en Nevis en voer zelfs door tot Virginia. Daar in de monding van de Jamesrivier veroverde hij een vloot van schepen volgeladen met tabak. Nicolaas Combe was een heel ander type man dan Abraham Crijnssen. In een door oorlog verscheurd Suriname, dreigden Indianen de suikerrietplantages in brand te steken en vele plantage-eigenaren dachten eraan om weg te trekken. Om het tij te keren en ook om zijn eigen plantages niet ten onder te laten gaan, richtte Combe zich op het besturen van het land. Door zijn ambten en zijn striktheid was hij niet erg populair. Hij meldde verschillende corruptiezaken: Gouverneur Johannes Heinsius had hem al in geen vier jaar loon betaald, maar hij inde zelf wel diverse belastingen; kapitein Dubois werd beschuldigd van diefstal; en eerder werden ook de kwalijke praktijken van gouverneur ad interim Pieter Versterre al gemeld.

Na twaalf jaar dienst legde hij zijn ambt in de kolonie neer. Combe lijkt een godsdienstig man te zijn geweest: in 1669 werd hij de eerste diaken in de Hervormde Kerk en in 1690 volgde zijn benoeming tot kerkmeester. In dat jaar werd hij ook Commissaris van de desolate boedelkamer. Hij overleed in Paramaribo in 1691. In Paramaribo is een wijk Combé naar hem genoemd. Eerder was daar de plantage Combé die rond 1800 werd verkaveld, waarna de eerste huizen werden gebouwd. Er bestaat ook nog steeds een Kleine- en Grote Combéweg. Zijn vrouw Antoinette hertrouwde in 1692 met Johannes van Dijk.[1]

Bronnen

Literatuur

Sites

Noten

  1. Suriname.nu, Nicolaas Combe en wiki Nicolaas Combe

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: