Inhoud brief
18de eeuwse kaart van Guadeloupe, met links het eiland Basse Terre, waar de Nederlandse kolonisten zich nabij Kaap Ster vestigden.Jan Janse Bolle verblijft aan Caep Sterre (Capesterre-Belle-Eau op het eilanddeel Basse Terre van Guadeloupe). Het is niet duidelijk in welke functie hij daar bivakkeert. Hij schrijft zijn vader en moeder in Zierikzee aan onder zijn eigen naam en stuurt hen in twee dagen twee brieven.
In de eerste brief van 6 december 1664 spreekt hij eerst de verwachting uit dat het hen allen goed gaat en hij vermeld zelf nog gezond te zijn. Hij maakt zich echter grote zorgen, want hij heeft al vijf brieven verstuurd, maar nog geen enkele bericht terug ontvangen. Hij schrijft dan ook: Alsoff ick niet een vel pampier waerdts was. Hij maakt zich daarom vooral zorgen over zijn vader. Temeer omdat deze hem in november in een nacht van zaterdag op zondag tussen twee en drie uur in een droom is verschenen. Daarin werd vader in de hemel opgenomen, weg van tussen de hem omringende aardse zondaars waarmee God voorkwam dat zijn verstand zou worden aangetast door de hem omringende woede van de mensen. Janse Bolle hoopt daarom snel op goed nieuws en doet de broers en zussen van zijn ouders de groeten en beveelt hen aan in Gods bescherming. Die droom moet grote indruk op de godvruchtige Jan Janse Bolle hebben gemaakt, want andere mededelingen worden in de brief niet gedaan.
In de tweede brief van 8 december 1664 ...
Zeeuwse nederzettingen op Guadeloupe
suikerriet velden op Guadeloupe, foto: wikimediaEr waren op Guadeloupe in de 17de eeuw al suikerplantages opgezet door de Fransen en mogelijk al eerder door Spanjaarden. In een artikel van Christian Snakenbourg wijst hij op de oprichting van de eerste suikermolen in 1640 door Daniel Trézel. Later houdt ook ene Houël zich er mee bezig (1644). Guadeloupe kan echter niet concurreren tegen de suiker die de WIC vanuit Brazilië naar Europa vervoerd. De Spanjaarden sloten in 1624 de raffinage van suiker in Amsterdam toen de WIC werd opgericht en zich er op toelegde. Het Noordoosten van Brazilië rond Recife en Pernambuco werd veroverd en daar haalde de WIC tussen 1624 en 1654 de suiker vandaan. Voor 1624 was Brazilië een Portugese kolonie. Portugal herwon in 1640 zijn soevereiniteit en in 1654 veroverde het weer Nederlands-Brazilië. Veel Nederlanders keerden terug naar het vaderland, maar een aantal vestigde zich op de Antillen, waaronder op Guadeloupe, en namen vanzelfsprekend hun kennis van de suikerrietverbouw en -raffinage mee. Houël ontving ze met open armen. Het zouden er meer dan 900 zijn geweest, waaronder 300 slaven. Er komen nu nog verbasteringen van Nederlandse namen op Guadeloupe voor. Tussen 1664 en 1670 beheerste de WIC het vervoer van ruwe suiker naar Europa volledig. In Europa werd de bruine suiker verder geraffineerd tot de witte kristalsuiker.[1]
Jan Janse Bolle
Literatuur
Noten
- ↑ Le blog de Myriam Alamkan 19 augustus 2015: Pernambouc - Guadeloupe - Pernambouc, deux voyages inattendus en Christian Snakenbourg: Note sur les origines de l'industrie sucrière en Guadeloupe au XVIIe siècle, artikel uit: Outre-Mers Revue d'histoire 200 (1968) 267-315.
Bij deze context horen de volgende brieven:
- HCA 30 1054 Jan Janse Bolle xxx Zierikzee 6december1664
- HCA 30 1054 Jan Janse Bolle xxx Zierikzee 8december1664