Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief
John Clement rapporteert aan Gilles en Pieter Meunicx in Middelburg dat hij weer aan de beterende hand is en dat hij een kopie heeft bijgesloten van verkochte goederen en van een project om de plantage in 18 maanden schuldenvrij te maken. Hij is duidelijk ontevreden over de aankoop van slaven door de heer Boudewijn de Witte. Vervolgens volgt een lange uitweiding over zijn ziekte, waarbij drie verschillende benamingen worden gehanteerd voor waarschijnlijk loodvergiftiging. Door zijn ziekte is hij belemmerd in het opvolgen van eerdere brieven van zijn vader en van de heren Meunicx. De onvrede over de aankoop van de slaven komt voort uit de wijze van betaling, per wissel in plaats van uit het cargasoen. Met andere woorden, door gebrek aan liquiditeit had Clement gewild dat De Witte de slaven in natura had gekocht met plantageproducten. Zelf was hij al geld van de plantage kwijt omdat hij een schuldeiser uit St. Pinot had moeten betalen die de plantage al een aanmaning had gestuurd. Blijkbaar was de boekhouding door De Witte zeer slordig uitgevoerd. Voor zijn ziekte was Clement door de doctoren aangeraden naar Schildpadbaai te gaan.

Daarna wordt de brief onleesbaar, maar de namen De Witte en Bolle blijven opduiken.

De omgeving van Torarica en omliggende plantages rond 1670

Biografische gegevens Gilles en Pieter de Muenick

Biografische gegevens Johan Clement

Literatuur

*G.W. van der Meiden, Betwist bestuur. De eerste bestuurlijke ruzies in Suriname, 1651-1753 (Amsterdam, 2008).

Noten

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: