Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

Nieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwNieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuw

Augustinus Brun is door gouverneur Pieter Versterre van de WIC aangesteld als bewindvoerder over de plantage van wijlen Crijn Mangelaer uit Zierikzee. Hij schrijft op 1 januari een brief (waar hij op 11 januari nog een stuk aan toevoegt) om de weduwe te laten weten dat de opvolger van Mangelaer, Hermanus Warmelinck ondertussen ook overleden is en hij diens zaken op verzoek van Versterre waarneemt. Hij heeft een inventaris van de plantage opgesteld in verband met de nalatenschap en stuurt deze separaat op.[1] Brun vraagt of de weduwe de plantage wil verkopen of dat zij een nieuwe directeur aan wil stellen. Brun meldt dat hij als handelsagent werkt voor Hollandse en Zeeuwse kooplieden in Suriname en hij woont of kantoor houdt op Santpunt. Hij maakt meteen van de gelegenheid gebruik om zijn diensten aan te bieden aan mogelijke vrienden of kennissen van de weduwe die zaken willen doen in Suriname. Onderaan de brief meldt Brun nog dat schipper Jacob Soetelinck van Vlissingen op 1 januari is gearriveerd, maar Jan Andriessen, die tien dagen eerder vertrok nog niet. Die arriveert op 2 januari en ook dat wordt in het post scriptum vermeld. Andriessen heeft namelijk een cognossement bij waarin de vracht van twee tonnen spek en een stuk Osnabrücks linnen bestemd voor de plantage staan vermeld. Ook wordt nog vermeld dat Crijn Cornelissen zich in goede gezondheid bevind en dat de brieven op 11? januari zijn meegegeven aan kapitein Cornelis Bastiaensen. Deze zal met zijn schip buit worden genomen door de Engelsen, zodat in ieder geval deze postzending nooit arriveert.

Biografische gegevens Crijn Mangelaer

Op 23 augustus 1669 ontving Crijn Mangelaer een betaling voor verrichtte werkzaamheden als vakman.[2] Er blijken meer kapiteins te zijn geweest met de naam Crijn Mangelaer. Een was commandant op het "Wapen van Zierikzee" een schip met 34 kanonnen in het squadron van vice-admiraal Johan Evertsen in de Nederlandse vloot in de 3-daagse Zeeslag van 28 feburari - 3 maart 1653. Ook een Crijn Cornelisz. Mangelaer vocht namens Zierikzee mee op het Wapen van Zierikzee.[3] In de Inventaris van de Weeskamer van Zierikzee zijn zowel de namen van Crijn Mangelaer als van Crijn Cornelisse Mangelaer te vinden.[4]

Schipper Cornelis Bastiaensen

Schipper Cornelis Bastiaensen, overleed op 31 oktober 1703. In de Gids Staten van Zeeland wordt vermeld dat hij volgens ordonnantie van 17 december 1671 een bedrag ontving van £ Vls. 98,- (fl. 588,-) voor de leverantie van goederen aan de soldaten in Suriname, met behoutenis hier over gedient.[5]

Literatuur

Archivalia

  • Gemeentearchief Schouwen-Duiveland

-Archief Weeskamer, inv.nrs. 5293 (1675) en 5007 (1655).

Noten

  1. (Zie testament)
  2. Suze Zijlstra, 'Corresponderen om te overleven: het economische belang van persoonlijke brieven uit zeventiende-eeuws Suriname', in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 31/1 (2012) 32, zie: noot 18, aldaar ZA, Rekenkamer C., inv.nr. 1323.
  3. James Bender, Dutch Warships in the Age of Sail 1600-1714 (Barnsley, 2014) 68, 72.
  4. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Archief Weeskamer. Crijn Mangelaar onder inv. nr. 5293(1675) en Crijn Cornelisse Mangelaer onder inv. nr. 5007 (1655). Beide stukken worden in 2017 gerestaureerd.
  5. Bastiaensen staat vermeld in de Gids Staten van Zeeland en Suriname 1667 - 1684 (1692)- 1208. Gids 102

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: