Inhoud brief
Nieuwe kaart van Suriname door J. Ottens, eind 17de eeuwSimon Aertsen doet de (nieuwjaars)groeten aan zijn vrouw en dochter en hoopt op een voorspoedige bevalling van zijn volgende kind. Met het schip van schipper Cornelis Bastiaansen stuurt hij zes onbekende hoeveelheden suiker mee, geadresseerd aan Huijbersen en bestemd voor de verkoop. Zijn vrouw moet de cognossementen regelen. Van de opbrengst moet ook weer retourzending naar Simon gestuurd worden van twee tonnen boter, pijpen (een lang vat) brandewijn, wijn en pekelharing, zoute zalm of bier en twee vaten tabak. Er liggen vijf schepen voor anker op de rivier, waaronder een Rotterdams schip onder commando van schipper Raes, een schip van Jan Dommisse en het schip van Jan Andriessen (die volgens Simon alles zonder foute doet. Toch was Andriessen negen dagen na Simon in Suriname gearriveerd, op 31 december 1671, terwijl hij zelf al op de 22ste was gearriveerd. Neef Adriaen zou spoedig met schipper Raes mee terugvaren en Simon zou hem nog vracht meegeven. Verder meldt hij dat hij in de rechtszaak die hem wacht zal worden bijgestaan door de secretaris van de WIC. Alexander Arthur was overleden.
Bronnen
- G.W. van der Meiden, Betwist bestuur. De eerste bestuurlijke ruzies in Suriname, 1651-1753 (Amsterdam, 2008).
- F. Dikland, Zeeuwse archivalia uit Suriname en omliggende kwartieren 1667 – 1683 (2003).
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: