Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

Cornelis Berghe, schipper van het fregat Poelwijck, schrijft op 8 januarij 1672 in Suriname een brief aan zijn huisvrouw Elisabeth Frans, wonende in de Nieuwe-Walstraat te Vlissingen. Hij heeft met schipper Jacob Soetelinck van het schip de Biecorf een brief van haar ontvangen en door hem bestelde uien en appels, die reeds rot waren en twee brieven van Abigel (huisvrouw van Pieter Lancken), die hij binnen drie à vier dagen hoopt te spreken. Zijn schip is halfvol geladen, maar aangezien er nog zes à a zeven schepen liggen te wachten op lading en de onkosten te hoog zijn, is het plan om binnen acht à tien dagen naar IJsekepe (Essequibo, thans Guyanna) te gaan en daarna binnen drie maanden weer in Vlissingen te zijn. Met het geld van verkochte ketels die werden meegenomen op de heenreis uit Vlissingen, koopt hij 200 pond suiker. Deze laat hij inschepen op het schip de Hoope uit Rotterdam van schipper Adriaen Claeise, met het verzoek aan zijn vrouw om daar een staat van te maken en deze te laten verzekeren. Verder maakt hij melding dat de secretaris Joan Bolle is overleden.

Secretaris Joan Bolle is alhier op den 24 novemb[e]r 1671 in den heere ontslaeppen ende sijn eerste clerck alexander Batij is in de plaetse gesuccideert als provisioneel secretaris, ende mons(eigneu)r Olislagher van Middelb[urgh] met sijn familie alhier is mede agent geworden alhier vanweghen de West-Indisch[e] Comp[agnie] ter camer van Zeelandt in de plaetse van mijn Heer Bolle zal[ige]r[1]

Brief Cornelis Berghe aan Poulijs Dercksen, ketelmaker te Vlissingen, betreffende de kwaliteit van de door hem vervaardige ketels, die Cornelis Berghe in Suriname heeft verkocht. Zie brief aan Pauliijs Derksen in de Groene papegaai bij de Grote Markt te Vlissingen (1 januari 1672)[2]

Noten

  1. Site Gekaapte brieven
  2. zie ook: Site Gekaapte brieven








Bij deze context horen de volgende brieven: