Wat zoek je in de Digitale Collectie Zeeland?

Inhoud brief

De kolonieën Demerary en Berbice, kaart van P.M. Netscher, 1887De kolonieën Demerary en Berbice, kaart van P.M. Netscher, 1887

De schrijver S. Vauta (of Nauta?) meldt dat hij met het arriveren van schipper Pieter Stechman op de rivier Rio Demerary de brief van mevrouw M. Noordhoek van 30 juni 1780 heeft ontvangen, waarin zij schrijft veilig in de Republiek aangekomen te zijn. Kennelijk was zij daar lange tijd niet geweest en heeft zij tot het overlijden van haar man in de West op een plantage gewoond. Vauta feliciteert haar alleszins met het arriveren in het vaderland met zijn aangenaamheden en welstand, waaruit opgemaakt kan worden dat hij het verblijf in de kolonie Demerary lang zo comfortabel niet vind als in de Republiek. Hij laat weten zijn zoontje en vrouw met kapitein Pieter Stechman met het schip Negotie en Zeevaart[1] mee te zenden zodra deze uit de kolonie vertrekt. Hij vraagt mevrouw Noordhoek of deze er zorg voor kan dragen dat beiden bij haar kunnen logeren zodra zij in Middelburg arriveren, omdat zijn vrouw er nog nooit is geweest en er niemand kent. Ze komen beiden uit Friesland en zijn broer zal hen beiden in Middelburg ophalen om hen naar huis te brengen. Aangezien van de retourreis van Stechman bekend is dat deze met zijn schip is opgebracht zullen beiden waarschijnlijk krijgsgevangen zijn gemaakt en de nodige tijd in Engeland hebben moeten verblijven. Vauta meldt verder aan mevrouw Noordhoek dat de drie vrouwen van de heren Ridder, De Jonge, Kaeks en Jansen zijn overleden -ofschoon hij daarbij vier heren bij naam noemt. Ook zijn de vendumeester Den Winter en de heer Du Sauzet overleden. Hij sluit af met het uitbrengen van een groet namens hemzelf en zijn vrouw aan de weduwe, waarbij hij zichzelf op nogal ongebruikelijke en vreemde wijze in de derde persoon enkelvoud benoemt als die welke zig met de gedistingueerste hoogachting noemd.

M. Noordhoek weduwe Piperbergh en de belangen in Demerary

Biografische gegevens familie Vauta

Literatuur

Noten

  1. Jan Dane, Zeelands cronyk-almanach, voor den jaare 1780 ... (Middelburg, 1781).

 

 

 

 

 

 

 

Bij deze context horen de volgende brieven: