Inhoud van het journaal
Tekening van de overleden matroos Mulder die door de wolken ten hemel stijgt, op de zesde pagina van het journaal
September 1794
Op 4 september 1794 kwam het VOC schip Voorland uit het dok bij Rammekens voor anker. Het schip was op 30 januari 1793 vanuit Batavia via Kaap de Goede Hoop naar de Republiek vertrokken en op 9 februari bij Goeree gearriveerd. Pas op 22 december van dat jaar zou het schip voor de kamer Het fregat Tholen, 1789, collectie Maritiem Museum RotterdamZeeland uitzeilen, maar dat gebeurde -wellicht met het oog op de komende oorlog- vanaf de rede van Texel.[1]
Oktober 1794
November 1794
December 1794
Verovering van de Franse brik St. Lucie op de Schelde op 21 maart 1793, bron: Maritieme Museum Rotterdam, CDJ476
De schepen uit het journaal

Luitenant D.E. Hinxt van de Admiraliteit van Friesland, voerde in 1795 het commando over het schip 'Snelheid.' De Mefiante was al sinds 1787 in actieve dienst.[2]
Schout bij nacht L. Spengeler
Journaalschrijver Willem Cornelis van Braam
De smokkelvaart vanuit en op Vlissingen zoals beschreven in het journaal
Begrippen in de tekst
- labbercoelte: flauwe wind, circa windkracht 2
- pitsjaarsvlag: seinvlag waarmee de luitenant-admiraal de kapiteins aan boord seint om met hen te beraadslagen.
Literatuur
- Thea Roodhuyzen, In woelig vaarwater; marineofficieren in de jaren 1779-1802 (Amsterdam, 1998). Proefschrift Universiteit Leiden.
- Jarig Cornelis Mollema, Geschiedenis van Nederland ter zee. Vierde deel (Amsterdam, 1942).
- J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen Deel V ('s-Gravenhage, 1858).
- J.R. Bruijn, Varend verleden; de Nederlandse oorlogsvloot in de zeventiende en achttiende eeuw (Amsterdam, 1998).
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: