Inhoud brief
Raijmond heeft klaarblijkelijk de post voor zijn opdrachtgever opgehoopt. De brief dateert namelijk al van 13 augustus 1780 terwijl de laatste wisselbrief pas vlak voor het vertrek van het schip Negotie & Zeevaart van kapitein Stechman is getekend; op 24 december 1780. Deze werd na het begin van de Vierde Engelse Oorlog in het Caribisch gebied (3 februari 1781) op de Atlantische Oceaan opgebracht.
Biografische gegevens Raijmond
Bedrijven die vanuit Middelburg op Demerary bevrachten waren onder meer de handelshuizen van Steven Schorer, De Bruijn & Smit, Van der Perre & Mijndert en Spoors & Sprengers, waarvan sommige ook eigen schepen hadden. Tussen 1771 en 1789 werden in totaal 360 reizen naar de koloniën ondernomen, waarvan de Zeeuwen er 152 voor hun rekening namen en Amsterdam 189. Vooral de firma Spoors & Sprengers concurreerde sterk met de Sociëteit ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren (SNER) in de kolonie. Vooral Adriaan Spoors had goede familiebanden binnen de WIC en in politieke kringen. Toch moest door tegenvallende resultaten Johan Valentijn Sprenger surseance van betaling aanvragen op 18 januari 1781.[1] De reistijd van de schepen van de SNER was gemiddeld 331 dagen, die van Spoors & Sprengers 292 dagen op Essequebo.[2]
Literatuur
Noten
- ↑ Ruud Paesie, ‘De ‘Societeyt ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren,’ 300-306.
- ↑ ibidem, 306.