Inhoud brief
In de korte brief liet G.A.W. Ruijsch aan Adriaan de Kroeff weten dat zijn reis vanuit Zeeland naar Rio Demerary goed was verlopen. Zeer goed zelfs, want niet alleen was het goed weer, er stond ook een gunstige wind en zelfs het gezelschap aan boord was plezierig. Wel merkt hij op dat de heer Nauta in de kolonie nog niet vervangen was. De functie van Nauta is verder onbekend. Kennelijk moest Ruijsch op diens vervanger wachten voordat hij verdere actie kon ondernemen.
Adriaan de Kroef
Adriaan(Adrean) Kroef(Kroeff)[1] werd in het jaar 1729 te Vlissingen geboren. Zijn beroep was reder en koopman, maar daarnaast was hij schepen en raad te Vlissingen. Hij trouwde op 19 februari 1755 met Geertruid Adriana du Pon, geboren in 1734. Op het moment van hun huwelijk was Adriaan Schepen. Vanaf 1790 woonden zij op de buitenplaats Vlugtenburg te Oost Souburg[2] dat zij vererfden via de familie van zijn vrouw. Zij overleed aldaar twee jaar later in 1792. Adrean overleed op Vlugtenburg in de nacht van 22 op 23 augustus 1803.
Literatuur
- Ruud Paesie, Sociëteit van Essequebo; op- en ondergang van een coöperatieve scheepvaartonderneming, 1771-1788 (Vlissingen, 2017).
- Ruud Paesie, ‘De 'Societeyt ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren' : op- en ondergang van een Zeeuwse rederij ‘, in: Maurits Ebben, Henk den Heijer en Joost Schokkenbroek (red), ‘’Alle streken van het kompas. Maritieme geschiedenis in Nederland‘’ (Zutphen, 2010) 295-316.
- P.M. Netscher, Geschiedenis van de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice, van de vestiging der Nederlanders aldaar tot op onzen tijd ('s-Gravenhage, 1888).
Noten
Bij deze context horen de volgende brieven: